Onderhoud
► Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
► Reinig de installatie alleen aan de buitenkant.
► Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.
► Veeg de oppervlakken af met een vochtige doek.
► Droog de oppervlakken af met een doek.
De zoutoplossingstank wordt 1 x per jaar bij onderhoudswerkzaamheden door de
servicedienst gereinigd.
8.2
Intervallen
Storingen kunnen door een regelmatige inspectie en regelmatig onderhoud tijdig worden
vastgesteld, waardoor evt. ook het uitvallen van de installatie wordt voorkomen.
► Leg als exploitant vast welke componenten in welke intervallen (afhankelijk van
de belasting) moeten worden geïnspecteerd en onderhouden. Deze intervallen
zijn afhankelijk van de daadwerkelijke omstandigheden, bijv.: toestand van het
water, vervuilingsgraad, invloeden uit de omgeving, verbruik enz.
De volgende intervaltabel geeft de minimale intervallen voor de uit te voeren
werkzaamheden aan.
Handeling
Inspectie
Onderhoud
60 | 88
Interval
Taken
•
2 maanden
Visuele controle van de installatie op dichtheid
•
Het zoutniveau in de zoutoplossingstank controleren
•
Waterhardheden controleren
•
Werking en instelling van de besturing controleren
•
Totale installatie aan de buitenkant op beschadigingen,
6 maanden
corrosie controleren
•
Regelklep in de bedrijfstoestand en spoelwateraansluiting
naar het afvoerkanaal op dichtheid controleren
•
Aansluitslangen en/of de aansluitpunten op dichtheid
controleren
•
Alle slangverbindingen op dichtheid en beschadigingen
controleren
•
Voedingskabel, netstekker en elektrische leidingen op
beschadiging en correcte zitting controleren
•
Zouttoestand en zoutverbruik beoordelen
•
Waterdruk, stromingsdruk aflezen
•
Watermeterstand aflezen
•
Waterhardheden controleren
Jaarlijks
Functiecontrole aan de controller en de regelklep
•
Instelling van de besturing controleren
•
Activering regeneratie controleren
•
Impulsafgifte van de watermeter controleren
•
Injector en injectorzeef reinigen
•
Regelklep op lekkage controleren
•
Aandrijfmotor op functie controleren