Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
Als de onthardingsinstallatie voor een omkeerosmose-installatie is geïnstalleerd, mag de
toevoerleiding naar de omkeerosmose-installatie niet als mengleiding dienen.
6.3.2
Menginstallatie instellen
Installaties in de afmeting DN 40 kunnen als extra uitrusting een mengklep R 1¼" bevatten
(zie hoofdstuk 3.7).
Wanneer er zowel zacht water met 0 °dH alsook mengwater nodig is, adviseren wij om
deze mengklep ook voor installaties in de maat DN 25 te gebruiken.
Neem voor de instelling van de menghardheid de gebruiksaanwijzing van de optionele
mengklep R 1¼" in acht.
1. Open de op de plaats van opstelling voorziene afsluiter aan de ruwwateringang.
2. Open de op de plaats van opstelling voorziene afsluiter aan de zachtwateringang.
3. Zet de steldop aan de mengklep op de middelste schaalwaarde.
4. Neem bij een aftappunt achter de installatie een watermonster.
5. Bepaal de waterhardheid met behulp van de watertester (zie hoofdstuk 7.3).
6. Stel de menghardheid als volgt in:
a Draai de steldop naar links (dicht) – menghardheid verlagen.
b Draai de steldop naar rechts (open) – menghardheid verhogen.
7. Herhaal de stappen 4 – 6 tot de gewenste menghardheid is ingesteld.
•
44 | 88
De zachtwaterhardheid moet tussen 3 °dH – 8 °dH liggen.
In Oostenrijk moet onthard drinkwater een zachtwaterhardheid van min.
8,4 °dH hebben.
Advertenties
Inhoudsopgave
