NL
Belichtingsregeling
Voor de optimale aanpassing aan het betreffende motief of uw
favoriete werkwijze beschikt de Leica TL over vier belichtingsmodi.
Aanwijzingen:
• Afhankelijk van de heersende lichtomstandigheden kan de
helderheid van het monitorbeeld van de werkelijke opnamen
afwijken. Met name bij langdurige belichtingen van donkere
motieven lijkt het motiefbeeld duidelijk donkerder dan de - cor-
rect belichte - opname.
• Bij het gebruik van Leica M-objectieven m.b.v. de optionele
Leica M adapter L zijn alleen de tijdautomaat en handmatige
instelling beschikbaar, dat wil zeggen dat u de programma-auto-
maat (P), de tijdautomaat (T) en de onderwerpprogramma's niet
kunt gebruiken. Als u op een van deze modi hebt ingesteld, zal
de camera bij het plaatsen van de adapter automatisch naar
Tijdautomaat omschakelen. Dienovereenkomstig wisselt het
LCD-scherm ook naar de modus
schijnt
.
F0.0
152
. Als diafragmawaarde ver-
A
Programma-automaat - P
Voor snel, volautomatisch fotograferen. De belichting wordt gere-
geld door automatische aanpassing van de sluitertijd en het
diafragma.
Bedrijfsmodus instellen
►
selecteren
Een opname maken
►
Druk de ontspanner in tot het eerste drukpunt
• Sluitertijd en diafragma worden wit weergegeven. Als zelfs het
volledig geopende of gesloten diafragma in combinatie met de
langste, resp. kortste sluitertijd onder- of overbelichting veroor-
zaakt, zullen beide waarden in rood worden weergegeven.
Als het automatisch ingestelde stel waarden voor de gewenste
beeldvorming passend lijkt:
►
Druk de ontspanner volledig in om de opname te maken