1. VEILIGHEID
BELANGRIJK!
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en bewaar deze om naderhand
nog eens te kunnen nalezen.
Symbolen op het product:
LET OP!
Als dit apparaat niet op de juiste manier wordt gebruikt, kan het gevaarlijk zijn.
Voor een redelijke veiligheid en efficiëntie tijdens het gebruik van het apparaat
moeten de waarschuwingen en veiligheidsinstructies worden opgevolgd.
De bediener is verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en
instructies in deze gebruiksaanwijzing en op het apparaat. Gebruik het apparaat
nooit als de afschermingen die door de fabrikant zijn aangebracht zich niet op
de juiste plaats bevinden. Een achteloos of onjuist gebruik van dit apparaat kan
leiden tot letsel voor de gebruiker of voor anderen. Lees en begrijp de inhoud
van de bedieningshandleiding. Bewaar de handleiding zodat u deze later kunt
raadplegen.
Lees de gebruiksaanwijzing.
Zorg ervoor dat andere personen uit de buurt blijven.
Let op voor scherpe bladen. De bladen blijven
ronddraaien nadat de motor is uitgeschakeld.
Verwijder de veiligheidssleutel vóór het onderhoud of
als de kabel beschadigd raakt of is doorgesneden.
Niet geldig voor de maaier met accu.
Beveilig het werkgebied voordat u de machine start.
Kijk uit voor verborgen kabels.
Brandgevaar! Kortsluiting!
Verbind de contacten van de accu niet met metalen
onderdelen.
Laat het apparaat niet nat worden door regen
of ander vocht.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Elektrische veiligheid
GEVAAR! Elektrische schok!
Risico op letsel door een elektrische schok.
Het product moet worden gevoed via een aardlekschakelaar (RCD)
v
met een nominale aardlekstroom van maximaal 30 mA.
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Snijwonden wanneer het blad onverwacht draait of het apparaat
onverwacht start.
v Verwijder de veiligheidssleutel voordat u onderhoud uitvoert of
onderdelen vervangt. Houd daarbij de verwijderde veiligheidssleutel
in de gaten.
Opleiding
1. Lees daarom eerst de instructies goed door. Zorg ervoor dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik van de machine.
2. Laat kinderen of mensen die deze gebruiksaanwijzing niet kennen, de
machine niet gebruiken. Er kunnen plaatselijke regels zijn met betrekking
tot de minimumleeftijd voor het bedienen van dit apparaat.
3. Bedien de machine nooit terwijl er mensen, in het bijzonder kinderen, of
huisdieren in de buurt zijn.
4. Denk erom dat de bediener of gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken
of beschadigingen van andere mensen of hun eigendommen.
Voorbereiding
1. Draag tijdens de bediening van machine altijd degelijke schoenen en een
lange broek. Bedien de machine niet op blote voeten of met open sandalen
aan. Vermijd loszittende kleding of kleding met hangende koordjes of band-
jes.
2. Inspecteer grondig de zone waar de machine zal worden gebruikt en verwij-
der alle voorwerpen die kunnen worden weggeslingerd door de machine.
3. Voer vóór het gebruik altijd een visuele inspectie uit om te kijken of het blad,
de bladbout en de bladeenheid niet versleten of beschadigd zijn. Vervang
versleten of beschadigde onderdelen in de set om het evenwicht te bewaren.
Vervang beschadigde of onleesbare labels.
4. Controleer vóór het gebruik de voedings- en verlengkabel op tekenen van
beschadiging of slijtage. Sluit de kabel onmiddellijk af van de stroomtoevoer
als deze beschadigd raakt tijdens het gebruik.
18
RAAK DE KABEL NIET AAN VOOR U DE STROOMTOEVOER AFSLUIT.
Gebruik de machine niet als de kabel beschadigd of versleten is.
Bediening
1. Bedien de machine alleen bij daglicht of bij voldoende kunstlicht.
2. Vermijd het gebruik van de machine in nat gras.
3. Zorg ervoor dat u altijd stevig staat op hellingen.
4. U dient uitsluitend te lopen, nooit te rennen.
5. Maai dwars op de hellingen, nooit bergop en bergaf.
6. Ga uiterst behoedzaam te werk wanneer u van richting verandert op
hellingen.
7. Maai niet op overmatig steile hellingen.
8. Wees uiterst voorzichtig wanneer u achteruitgaat of de machine naar u toe
trekt.
9. Stop het blad / de bladen als de machine moet worden gekanteld voor ver-
voer bij het oversteken van andere oppervlakken dan gras, en bij het trans-
port van de machine naar en van de zone waar ze wordt gebruikt.
10. Gebruik de machine nooit met defecte afschermingen of schilden, of als de
veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld beschermkappen en/of grasopvang-
bak, niet geïnstalleerd zijn.
11. Schakel de motor voorzichtig in overeenkomstig de instructies en met de
voeten uit de buurt van het blad / de bladen.
12. Kantel de machine niet wanneer u de motor inschakelt, tenzij dit noodzakelijk
is om de machine te starten. Kantel deze in dat geval niet meer dan absoluut
noodzakelijk en hef alleen het gedeelte uit de buurt van de operator.
13. Start de machine niet terwijl u voor de afvoeropening staat.
14. Plaats geen handen of voeten in de buurt van of onder draaiende delen.
Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.
15. Vervoer de machine niet terwijl de spanningsbron is ingeschakeld.
16. Stop de machine en verwijder het uitschakelapparaat. Controleer of alle
bewegende onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen:
• wanneer u de machine achterlaat,
• voordat u verstoppingen verwijdert of de vulopening ontstopt,
• voordat u de machine controleert, schoonmaakt of er werkzaamheden aan
verricht,
• na het in aanraking komen met een vreemd voorwerp. Inspecteer de
machine op schade en voer reparaties uit alvorens ze opnieuw te starten
en te gebruiken;
Als de machine overmatig begint te trillen (onmiddellijk controleren):
• inspecteren op beschadiging,
• beschadigde onderdelen vervangen of repareren,
• controleren op loszittende onderdelen en deze vastzetten.
Onderhoud en opslag
1. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven vast zijn aangedraaid om er zeker
van te zijn dat de machine veilig functioneert.
2. Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage of veroudering.
3. Let op bij machines met meerdere bladen, omdat het draaien van één blad
kan leiden tot het draaien van andere bladen.
4. Let op bij de afstelling van de machine, om te voorkomen dat de vingers
bekneld raken tussen bewegende bladen en vaste onderdelen van de
machine.
5. Laat de machine altijd afkoelen voordat u deze opbergt.
6. Let op wanneer u service uitvoert aan de bladen, want de bladen kunnen
altijd bewegen, ook al is de spanningsbron uitgeschakeld.
7. Vervang veiligheidshalve versleten of kapotte onderdelen. Gebruik alleen
originele vervangende onder delen en accessoires.
Extra veiligheidsaanwijzingen
Veilige omgang met accu's
GEVAAR! Brandgevaar!
De op te laden accu moet op een nietontvlambaar, hittebestendig en nietgelei-
dend oppervlak geplaatst worden tijdens het opladen.
Houd corrosieve, ontvlambare en gemakkelijk brandbare voorwerpen uit de buurt
van de acculader en de accu. Dek de acculader en de accu niet af tijdens het
opladen.
Koppel de acculader onmiddellijk los in geval van rook vorming of brand.
Gebruik alleen de originele GARDENA – lader voor het opladen van de accu.
Het gebruik van andere acculaders kan onherstelbare schade aanbrengen aan
de accu's, en kan zelfs brand veroorzaken.
Gebruik voor het GARDENA product waarin de accu zich bevindt, uitsluitend
originele accu's van GARDENA. Laad geen accu's van externe fabrikanten.
Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Als u brand opmerkt: De vlammen doven met zuurstof reducerende materialen.
GEVAAR! Explosiegevaar!
Bescherm accu's tegen hitte en vuur. Leg ze niet op een verwarming en stel ze
niet langdurig bloot aan fel zonlicht.
Niet gebruiken in een omgeving waar ontploffingsgevaar bestaat, zoals in de
buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Accu's kunnen vonken creëren
waardoor stof of gasdampen kunnen ontbranden.