37Z4V7000.fm Page 12 Tuesday, March 7, 2017 3:52 PM
Typen met laag profiel
1. Klik de luchtfilterdekselklemmen
los en verwijder het
luchtfilterdeksel en vervolgens
het luchtfilterelement.
2. Spoel het element schoon in
een sopje van afwasmiddel en
warm water en spoel dan
grondig schoon, of was in een
niet of moeilijk ontvlambaar
oplosmiddel. Laat het element
goed droog worden.
3. Drenk het luchtfilterelement in
schone motorolie en wring
vervolgens alle overtollige olie
uit. De motor zal bij de eerste
startpoging veel rook afgeven
als er te veel olie in het element
achterblijft.
Reinigen
Uitknijpen en drogen
Niet draaien.
4. Breng het luchtfilterelement en het deksel weer aan.
BEZINKSELKOM
Reinigen
WAARSCHUWING
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met
benzine bezig bent.
• Schakel de motor uit en laat deze afkoelen.
• Houd warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
• Vul alleen benzine bij in de open lucht.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
1. Zet de brandstofkraan in de stand OFF en verwijder dan de
bezinkselkom, de O-ring en het filter.
2. Spoel de bezinkselkom en het filter schoon in een niet-ontvlambaar
oplosmiddel en droog ze zorgvuldig.
FILTER
(Gezien vanaf de onderkant)
Uitlijnen
3. Breng het filter, een nieuwe O-ring en de bezinkselkom aan. Zet de
bezinkselkom stevig vast.
12
LUCHTFILTERDEKSEL
KLEM
KLEM
LUCHTFILTERELEMENT
In olie dompelen
Uitknijpen
Niet draaien.
OFF (UIT)
BRANDSTOFKLEPHENDEL
FILTER
O-RING (Vervangen)
BEZINKSELKOM
NEDERLANDS
4. Zet de brandstofkraan in de stand ON en controleer op lekkage.
BOUGIE
Bougies:
BPR6ES (NGK)
W20EPR-U (DENSO)
Deze bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
ATENTIE
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand
hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met een
21 mm bougiesleutel.
3. Inspecteer de bougie.
Vervang deze als hij beschadigd
of erg vervuild is, als de
afdichtring in slechte conditie is
of als de elektrode versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand met
een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig door
de zijelektrode voorzichtig iets te
buigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7–0,8 mm
5. Monteer de bougie zorgvuldig
met de hand, om beschadiging
van de schroefdraad te
voorkomen.
6. Trek de bougie nadat deze is geplaatst nog iets na met een 21 mm
bougiesleutel om de afdichtring samen te drukken.
Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring samen te
drukken.
Bij het opnieuw monteren van de oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/8-1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast
te zetten.
KOPPEL: 18 N∙m (1,8 kgf∙m)
ATENTIE
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade
oplopen.
Als de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de schroefdraad in
de cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
BOUGIESLEUTEL
ZIJELEKTRODE
0,7–0,8 mm
ISOLATIE
SLUITRING