37Z4V7000.fm Page 4 Tuesday, March 7, 2017 3:52 PM
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Voor uw eigen veiligheid, een goede naleving van de
milieuvoorschriften en een maximale levensduur van uw apparatuur is
het van groot belang dat u even de tijd neemt om de conditie van de
motor te controleren voordat u de motor inschakelt. Los eventuele
gevonden problemen op of laat ze door uw onderhoudsdealer verhelpen
voordat u de motor weer gebruikt.
WAARSCHUWING
Als de motor niet correct wordt onderhouden of
problemen niet worden verholpen voordat de motor
wordt gebruikt, kunnen ernstige storingen ontstaan.
Sommige storingen kunnen resulteren in ernstig of
dodelijk letsel.
Voer voorafgaand aan elk gebruik een controle uit en
verhelp eventuele problemen.
Controleer voordat u de gebruikscontrole uitvoert eerst of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
1. Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
2. Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
3. Let op tekenen van schade.
4. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten
en of alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid.
Controleer de motor
1. Controleer het brandstofniveau (zie pagina 8). Als u met een volle
tank begint, hoeft u uw werk niet of nauwelijks te onderbreken om
te tanken.
2. Controleer het motoroliepeil (zie pagina 8). Als de motor draait met
een te laag oliepeil, kan er motorschade ontstaan.
Het Oil Alert-systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch wordt uitgeschakeld voordat het oliepeil daalt tot
beneden een veilige grenswaarde. Vermijd het ongemak van
onverwacht uitschakelen door het motoroliepeil altijd te controleren
voordat u de motor start.
3. Controleer het oliepeil in de reductiekast op de betreffende
uitvoeringen (zie pagina 8). Olie is van essentieel belang voor een
goede en langdurige werking van de reductiekast.
4. Controleer het luchtfilterelement (zie pagina 10). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
5. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Neem de instructies door die worden geleverd bij de apparatuur die
door deze motor wordt aangedreven en let op
voorzorgsmaatregelen en procedures die u hoort te volgen voordat
u de motor start.
4
BEDIENING
VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
VEILIGHEIDSINFORMATIE op pagina 2 en de GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF op pagina 4.
Gevaar voor koolmonoxide
Laat voor uw eigen veiligheid de motor niet draaien in een afgesloten
ruimte zoals een garage. De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig
koolmonoxide dat in een afgesloten ruimte snel een concentratie
bereikt die schadelijk of dodelijk is.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide dat in
afgesloten ruimten een gevaarlijke concentratie kan
bereiken.
Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot
bewusteloosheid of de dood.
Laat deze motor nooit in een (zelfs deels) afgesloten
ruimte draaien waar mensen aanwezig kunnen zijn.
Lees de instructies die zijn meegeleverd bij de apparatuur die wordt
aangedreven door deze motor om te zien welke veiligheidsmaatregelen
u in acht moet nemen bij het starten, uitschakelen of gebruik van de
motor.
Gebruik de motor niet op hellingen van meer dan 20° (36%).
MOTOR STARTEN
1. Zet de brandstofkraan in de stand AAN.
ON
2. Zet om een koude motor te starten de chokehendel in de stand
CLOSED (dicht).
CHOKEHENDEL
GESLO-
TEN
GESLOTEN
Zet om een nog warme motor te herstarten de chokehendel in de
stand OPEN.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
chokehendel en geen aan de motor gemonteerde chokehendel zoals
hier is afgebeeld. Zie de instructies die door de fabrikant van de
apparatuur zijn meegeleverd.
NEDERLANDS
BRANDSTOFKLEPHENDEL
ON
OFF
(UIT)
OPEN