BEELD-menu
BEELD
INSTELLING
CONTRAST
HELDERHEID
SCHERPTE
KLEUR
TINT NTSC
TINT
MOGELIJKHEDEN
TV
OK
D0014 -NL
• Bij weergave van het menu BEELD kunt
u met de blauwe toets de instellingen
CONTRAST, HELDERHEID,
SCHERPTE, KLEUR, TINT NTSC
terugstellen op de standaardinstellingen.
INSTELLING
U kunt kiezen uit een van drie soorten
INSTELLING om de beeldinstelling
automatisch uit te laten voeren.
HELDER:
Verhoogt het contrast en de scherpte.
STANDAARD:
Stelt het beeld in op de standaardinstelling.
ZACHT:
Vermindert het contrast en de scherpte.
CONTRAST
U kunt het beeldcontrast naar wens instellen.
2 : lager
3 : hoger
HELDERHEID
U kunt de beeldhelderheid naar wens
instellen.
2 : donkerder
3 : helderder
SCHERPTE
U kunt het beeldscherpte naar wens instellen.
2 : zachter
3 : scherper
20
ZACHT
NORMAAL
STANDAARD
KLEUR
U kunt de beeldkleur naar wens instellen.
2 : lichter
3 : dieper
TINT NTSC
U kunt de beeldtint naar wens instellen.
2 : roodachtig
3 : groenig
• De instelling TINT NTSC (beeldtint) kan
alleen worden gewijzigd als het
kleursysteem NTSC 3.58 of NTSC 4.43
is. (Zie "Specificaties" op pagina 43)
TINT
U kunt een van de drie instellingen TINT
kiezen (drie verschillende wittonen) om de
witbalans van het beeld af te stellen.
Aangezien wit als referentie voor alle andere
kleuren wordt gebruikt, beïnvloedt wijziging
van de TINT-modus de kleurweergave van
alle andere kleuren in het scherm.
KOEL:
Een blauwachtig wit. Bij het kijken naar
heldere beelden met deze modus krijgt u een
levendiger en helderder beeld.
NORMAAL:
De normale witte kleur.
WARM:
Een roodachtig wit. Als u met deze modus
naar films kijkt, krijgt u karakteristieke
filmkleuren.