Nadat u het opbouwproces hebt gestart, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology
weergegeven. Bij het RAID 1-volume dat opnieuw wordt opgebouwd, wordt onder RAID Volumes de
tekst Rebuilding weergegeven.
5. Wacht een paar minuten. Als het opbouwproces is geslaagd, verandert de tekst Rebuilding in Normal.
6. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Een Windows-besturingssysteem en stuurprogramma's installeren
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren van een Windows-besturingssysteem en
stuurprogramma's.
Een Windows-besturingssysteem installeren
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows. Controleer voordat u een
bepaalde Windows-versie installeert de compatibiliteitslijst voor de Windows-versie. Ga voor meer informatie
naar
https://support.lenovo.com/us/en/solutions/windows-support
Attentie:
• Wij raden u aan uw besturingssysteem bij te werken via officiële kanalen. Een onofficiële update kan
beveiligingsrisico's veroorzaken.
• Wanneer u een nieuw besturingssysteem installeert, worden alle gegevens op het interne opslagstation
verwijderd, inclusief de gegevens die in verborgen mappen zijn opgeslagen.
1. Als u de Windows-functie BitLocker
Module heeft, moet u ervoor zorgen dat de functie is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat u de beveiligings-chip hebt ingesteld op Active.
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Security ➙ Security Chip en druk op Enter. Het submenu Security Chip wordt geopend.
c. Zorg ervoor dat de beveiligingschip voor TPM 2.0 is ingesteld op Active.
d. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
3. Verbind het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat met de computer.
4. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
5. Selecteer Startup ➙ Boot om het submenu Boot Priority Order weer te geven.
6. Selecteer het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat, bijvoorbeeld
USB HDD. Druk vervolgens op Esc.
Attentie: Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken
van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u het verkeerde apparaat
selecteert, kunnen de gegevens op dat apparaat worden gewist of overschreven.
7. Selecteer Restart en zorg ervoor dat OS Optimized Defaults is ingeschakeld. Druk vervolgens op F10
om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om de apparaatstuurprogramma's en de benodigde programma's
te installeren.
9. Na de installatie van de stuurprogramma's past u Windows Update toe om de nieuwste updates, zoals
de beveiligingspatches, op te halen.
.
®
Drive Encryption gebruikt en uw computer een Trusted Platform
Hoofdstuk 5
.
Geavanceerde instellingen configureren
39