– Grotere kans op gegevensverlies als gevolg van een fout van een lidstation dan bij niet-RAID-
configuratie
• RAID 1: gespiegelde schijvenreeks
– Bestaat uit twee identieke opslagstations
– Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie
Het configuratiehulpprogramma Intel RST openen
1. Zorg ervoor dat RAID is ingeschakeld in het UEFI BIOS-menu:
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Config ➙ Storage ➙ VMD Controller ➙ On en druk vervolgens op Enter.
c. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
2. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
3. Selecteer Config ➙ Storage ➙ Intel (R) Rapid Storage Technology en druk vervolgens op Enter.
Het venster Intel (R) Rapid Storage Technology wordt geopend en de volgende opties worden
weergegeven:
• Create RAID Volume: een RAID-volume maken. Als er geen interne opslagstations kunnen worden
gebruikt, is deze optie niet beschikbaar.
• RAID Volumes: bevestig de gegevens van de gemaakte RAID-volumes.
• Non-RAID Physical Disks: bevestig de informatie van alle niet-RAID-stations.
4. Selecteer een optie met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag. Druk op Enter om naar het menu
voor de geselecteerde optie te gaan. Druk op Esc om het configuratieprogramma Intel RST af te sluiten.
RAID-volumes maken
Attentie: Alle bestaande gegevens die op de geselecteerde stations zijn opgeslagen, worden gewist terwijl
het RAID-volume wordt gemaakt.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
2. Selecteer Create RAID Volume en druk op Enter om het venster CREATE RAID VOLUME te openen.
3. Selecteer en configureer de opties een voor een.
a. Name: gebruik de standaardnaam of voer de gewenste naam in voor het RAID-volume.
b. RAID Level: druk op Enter om de RAID te wijzigen van RAID 0 (Stripe) naar RAID 1 (Mirror).
c. Select Disks: selecteer een station en druk op de spatiebalk of op Enter om het station aan een
groep toe te voegen. Het station dat niet kan worden gebruikt om een RAID-volume te maken, kan
niet worden geselecteerd. Er wordt een X weergegeven naast het geselecteerde station.
d. Strip Size: selecteer een stripgrootte en druk op Enter om de configuratie te voltooien. Deze optie is
alleen beschikbaar voor RAID 0.
e. Capacity: pas de capaciteit van het RAID-volume aan. Het standaard RAID-volume is de grootste
waarde.
f. Create Volume: druk op Enter om configuraties van de vorige opties te voltooien en een volume te
maken.
Opmerking: De optie Create Volume kan mogelijk niet worden geselecteerd, bijvoorbeeld als er
verschillende typen stations worden geselecteerd. Als de optie niet kan worden geselecteerd,
raadpleeg dan het bericht dat onder Create Volume wordt weergegeven.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde instellingen configureren
37