Als het aangesloten apparaat niet wordt uitgeschakeld voordat u de generator start, kan
het plotseling starten, wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
Als de generator overbelast is of het aangesloten apparaat een intern defect heeft, gaat het aan/uit-lampje (groen) uit en
gaat de overbelastingsindicator (rood) branden en is er geen vermogensafgifte. De generator blijft draaien totdat u de
startschakelaar in de UIT-stand zet.
Aan/uit-lampje, overbelastingslampje en oliealarmlampje:
Onder normale gebruiksomstandigheden brandt het lampje voor de vermogensafgifte (groen).
Als de generator overbelast is of het aangesloten apparaat een intern defect heeft, gaat het aan/uit-lampje (groen) uit en gaat
de overbelastingsindicator (rood) branden en is er geen vermogensafgifte.
Als het overbelastingslampje brandt, koppelt u het aangesloten apparaat los van de generator, schakelt u het apparaat uit,
controleert u het apparaat en de verbindingskabel en zoekt u de oorzaak van de overbelasting. Nadat u de oorzaak van de
overbelasting hebt gevonden en het probleem hebt opgelost, drukt u op de Reset-knop op het bedieningspaneel. Na 3
seconden brandt de indicator groen en begint de generator normaal te werken.
Als u op de Reset-knop drukt, wacht u 3 seconden en als het lampje op de generator niet groen brandt, schakelt u de
generator uit en neemt u contact op met een erkende verkoper.
Als het oliealarmlampje brandt, wordt de motor automatisch uitgeschakeld. Controleer of er olie moet worden toegevoegd.
WEES VOORZICHTIG
19
Bij overbelasting
of kortsluiting
(rood)
Vermogensafgifte
(groen)