Draai de schroef op de onderhoudsklep aan de zijkant los om de afdekking te verwijderen.
Verwijder de oliepeilstok, veeg deze af met een schone doek, plaats deze in de olieklep zonder de peilstok vast te
draaien om het oliepeil te controleren.
Als het oliepeil zich onder de onderkant van de peilstok bevindt, voegt u de aanbevolen olie toe.
Als de motor onvoldoende motorolie bevat, kan dit ernstige schade aan de motor veroorzaken.
Het olie-alarmsysteem schakelt de motor automatisch uit voordat het oliepeil tot aan de
veiligheidslijn. We raden u aan het oliepeil regelmatig te controleren om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen.
Peilstok
Olieklep
Het brandstofniveau controleren
Gebruik autobenzine (bij voorkeur loodvrije of loodarme benzine om de koolstof in de verbrandingskamer te
beperken en milieuvervuiling te beperken).
Wanneer het brandstofniveau te laag is, voegt u brandstof toe tot aan het vereiste niveau.
Gebruik nooit een mengsel van olie en benzine of vuile benzine.
Voorkom dat er vies water in de brandstoftank terechtkomt.
Plaats de dop van de brandstoftank goed vast na het bijvullen.
Oliedop
WEES VOORZICHTIG
Het bovenste olieniveau
13
Het onderste olieniveau