AAN/UIT toets
①
Drukken als u de binnenunit wilt in- of
uitschakelen (AAN/UIT).
SELECTEREN toets
②
Drukken als u de instelling wilt opslaan.
TERUG toets
③
Drukken als u naar het vorige scherm wil
terugkeren.
MENU toets
④
Drukken als u het Hoofdmenu op het
scherm wilt brengen.
⑤
LCD met achtergrondverlichting
Er verschijnen bedieningsinstellingen.
Wanneer de achtergrondverlichting uit is,
gaat deze weer aan zodra er op een toets
wordt gedrukt en deze blijft afhankelijk van
het scherm gedurende een bepaalde tijd aan.
Wanneer de achtergrondverlichting uit
is, gaat deze weer aan zodra er op een
toets wordt gedrukt; de functie van die
toets wordt dan niet uitgevoerd. (met
uitzondering van de AAN/UIT toets)
⑥
AAN/UIT-lamp
Dit lampje is groen verlicht wanneer de
unit in bedrijf is. Het knippert wanneer de
afstandsbediening opstart of wanneer er
iets niet in orde is.
Functietoets F1
⑦
Hoofddisplay: druk op de toets om de
bedieningsmodus te wijzigen.
Menuscherm: de toetsfunctie varieert met
het scherm.
Pagina 22
De functie van de functietoetsen is
afhankelijk van het scherm. In de gids
voor de functie van toetsen die onderaan
het LCD-scherm wordt weergegeven, ziet
u welke functie de toetsen hebben in een
bepaald scherm.
Wanneer het systeem centraal wordt
geregeld, verschijnt er geen informatie
over de functie van de vergrendelde toets.
Hoofddisplay
⑦ ⑧ ⑨ ⑩
Menuscherm
⑦ ⑧ ⑨ ⑩
Functietoets F2
⑧
Hoofddisplay: drukken om de
temperatuur te verlagen.
Hoofdmenu: drukken als u de cursor naar
links wilt verplaatsen.
Menuscherm: de toetsfunctie varieert met
het scherm.
Functietoets F3
⑨
Hoofddisplay: drukken om de
temperatuur te verhogen.
Hoofdmenu: drukken als u de cursor naar
rechts wilt verplaatsen.
Menuscherm: de toetsfunctie varieert met
het scherm.
Functietoets F4
⑩
Hoofddisplay: drukken om de ventilatorsnelheid
te veranderen.
Menuscherm: de toetsfunctie varieert met
het scherm.
Hoofdmenu
Cursor
Page
⑦ ⑧ ⑨ ⑩
Functiegids
7