ADVANCED – Druk op deze toets om een van
de geavanceerde bioscooptheaterfuncties in te
schakelen. Gebruik deze functies om een
gewenste akoestiek te creëren bij het luisteren
naar Dolby Digital, Dolby Pro Logic, DTS of
MEG bronnen.
STANDARD – Gebruik deze toets voor stan-
daard decodering van meerkanaals bronnen, in
het bijzonder Dolby Digital, Dolby Pro Logic,
DTS en MPEG bronnen. Bij herhaaldelijk
indrukken van de toets wordt omgeschakeld
tussen de STANDARD en STANDARD 7.1
functie (voor gebruik met surround-achterluid-
sprekers) en STANDARD "automatisch" (de
receiver kiest zelf de juiste STANDARD func-
tie). Wanneer u een opstelling hebt met
surround-achterluidsprekers kunt u alle drie de
STANDARD functies gebruiken. Indien niet, dan
is alleen de normale STANDARD functie
beschikbaar.
3 Meerkanaals-ingangstoets (MULTI CH
INPUT) (Zie blz. 41, 52)
Druk op deze toets om de externe
decodeereenheid te gebruiken. Met een
externe decodeereenheid kunnen diverse
andere typen signalen gedecodeerd worden en
naar de VSX-909RDS/909RDS-G worden
gestuurd.
4 Toonregeltoetsen (TONE)
Deze toets heeft twee functies. Op de eerste
plaats wordt de toets gebruikt voor het
omschakelen tussen TONE ON en TONE
BYPASS (in dit geval loopt het signaal niet via
de toonregeling). U moet ook op deze toets
drukken wanneer u de CHANNEL SELECT
toetsen wilt gebruiken voor het instellen van de
BASS & TREBLE (dit is niet mogelijk in de THX
en MULTI CH IN stand).
Kanaalkeuzetoets (CHANNEL SELECT)
Kies met deze toets de luidsprekers waarvan u
het geluid met de toonregelaars wilt bijregelen:
FRONT, CENTER, SURROUND of SURROUND
BACK. U kunt dan de BASS en TREBLE
regelaars gebruiken om de gewenste instelling
te maken.
Lagetonentoetsen (BASS) (–/+) (Zie blz.
51)
Gebruik deze toetsen voor het instellen van de
weergave van de lage tonen.
Hogetonentoetsen (TREBLE) (–/+) (Zie
blz. 51)
Gebruik deze toetsen voor het instellen van de
weergave van de hoge tonen.
Display en bedieningsorganen
5 Contourtoets (LOUDNESS) (Zie blz. 50)
Druk op deze toets om de LOUDNESS functie
in en uit te schakelen (deze functie kan niet
gebruikt worden in de THX en MULTI CH IN
stand).
Digitale ruisonderdrukkingstoets
(DIGITAL NR) (Zie blz. 49)
Druk op deze toets om de DIGITAL NR functie
in en uit te schakelen (deze functie kan niet
gebruikt worden in de THX en MULTI CH IN
stand).
Signaalselectietoets (SIGNAL SELECT)
(Zie blz. 48)
Gebruik deze toets om het gewenste type
ingangssignaal te kiezen. Druk herhaaldelijk op
de SIGNAL SELECT toets om een van de
onderstaande signalen te kiezen:
ANALOG – Dit is de instelling voor het analoge
signaal.
DIGITAL – Dit is de instelling voor het optische
of coaxiale digitale signaal.
AC-3 RF – Dit is de instelling voor het 2 RF
signaal.
AUTO – Dit is de standaardinstelling. Als er
analoge, digitale en 2 RF ingangssignalen zijn,
kiest de receiver het 2 RF signaal. Als er
analoge en digitale ingangssignalen zijn, wordt
automatisch het digitale signaal gekozen.
6 Display (Zie blz. 22)
7 Afstandsbedieningssensor
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de
afstandsbedieningssensor op de receiver.
8 EON MODE toets/indicator
Druk op deze toets om de EON mode te kiezen
bij de FM mode (zie "EON instellen" op bladzijde
53). De indicator licht op wanneer de EON
mode is geselecteerd.
9 FL DIMMER toets (See p. 53)
Gebruik deze toets om de helderheid van het
hoofddisplay bij te regelen
10 Beeld/geluidsbronkiezer (INPUT
SELECTOR)
Draai aan deze toets om een bronapparaat te
kiezen.
DVD/LD – DVD-speler of laserdisc-speler.
TV/SAT– TV-tuner of satelliettuner.
CD – Compact disc speler.
MD/TAPE1/CD-R – Cassette deck, Mini Disc
recorder of een CD recorder aangesloten op de
MD/TAPE 1/CD-R in/uitgangen.
27
Du