/
Centreergat boren
14
15
AANWIJZING
De diamantboorkroon kan door oververhitting
stomp worden of stuk gaan.
De voorwaartse beweging mag slechts zo groot
zijn als de mate waarin de diamantboorkroon het
materiaal weg kan boren. Oefen daarom niet teveel
druk uit op de diamantboorkroon en voorkom dat
deze scheef komt te zitten.
Er moet een geschikte stofafzuiging op de
diamantboormachine voor droog boren worden
aangesloten.
•
Het midden van het gat markeren.
•
7
De hamerfunctie van de machine
uitschakelen.
AANWIJZING
Wanneer de hamerfunctie tijdens een draaiende
machine in- of uitgeschakeld wordt kunnen
beschadigingen aan de machine ontstaan.
Wachten totdat de machine helemaal stilstaat.
•
De stofafzuiging in de stand permanent draaien
zetten.
•
De diamantboormachine moet altijd met
twee handen aan beide handgrepen worden
vastgehouden.
•
14
De centreerstift (2) lichtjes aandrukkend
op het gemarkeerde middelpunt van het gat (1)
plaatsen. De diamantboorkroon mag de steen
niet raken!
AANWIJZING
Bij het boren uit de vrije hand mag de AAN-/UIT-
schakelaar niet worden vergrendeld.
•
15
De diamantboormachine door het indrukken
van de schakelaar AAN/UIT (3) inschakelen.
•
14
Boren totdat de diamantboorkroon ca. 5 –
10 mm diep in de muur is gecentreerd.
AANWIJZING
De diamantboormachine pas uitschakelen nadat
de draaiende diamantboorkroon volledig uit het
gat is getrokken. Dit om beschadigingen aan de
diamantsegmenten te voorkomen.
•
15
De diamantboorkroon uit het centreergat
trekken en de schakelaar AAN/UIT (3) loslaten
om de diamantboormachine uit te schakelen.
•
Nadat de diamantboorkroon tot stilstand is
gekomen de centreerboor uit de boorkroon
verwijderen.
Het gat afwerken
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel door vallende
boorkern.
Î Bij doorgaande boorgaten moeten de onder het
gat liggende ruimten absoluut gecontroleerd en
het gevaarlijke gebied afgesloten worden. De
boorkern door middel van een bekisting tegen
het naar beneden vallen beveiligen.
AANWIJZING
De diamantboorkroon kan door oververhitting
stomp worden of stuk gaan.
De voorwaartse beweging mag slechts zo groot
zijn als de mate waarin de diamantboorkroon het
materiaal weg kan boren. Oefen daarom niet teveel
druk uit op de diamantboorkroon en voorkom dat
deze scheef komt te zitten.
Er moet een geschikte stofafzuiging op de
diamantboormachine voor droog boren worden
aangesloten.
•
De op de afzuigbuis aangesloten stofafzuiging
ingeschakeld houden.
AANWIJZING
Wanneer de hamerfunctie tijdens een draaiende
machine in- of uitgeschakeld wordt kunnen
beschadigingen aan de machine ontstaan.
Wachten totdat de machine helemaal stilstaat.
•
6
Afhankelijk van het materiaal waarin moet
worden geboord, de hamerfunctie inschakelen
(zie pagina 41).
•
De diamantboorkroon in het voorgecentreerde
gat geleiden.
•
15
De diamantboormachine door het indrukken
van de schakelaar AAN/UIT (3) inschakelen.
•
Met een gelijkmatig druk verder boren.
| 43 |