2. Verwijder met een ruimer of
ontbraamgereedschap alle bramen
van het gesneden gedeelte van de buis.
Omlaag
Stap 3: Tromp de buiseinden.
Goed trompen is essentieel voor een
luchtdichte afsluiting.
1. Na het verwijderen van bramen van de
afgesneden buis sluit u de uiteinden af met PVC-
tape om te voorkomen dat vreemde materialen
kunnen binnendringen.
2. Omwikkel de buis met isolatiemateriaal.
3. Plaats flensmoeren aan beide uiteinden
van de buis. Zorg ervoor dat ze in de
juiste richting wijzen, want u kunt ze niet
aanbrengen of van richting veranderen na
het trompen.
Flensmoer
Koperen buis
4. Verwijder PVC-tape van de uiteinden van de
buis wanneer u klaar bent om trompwerk uit
te voeren.
5. Klem de trompvorm op het uiteinde van de
buis. Het uiteinde van de buis moet voorbij de
trompvorm uitsteken.
Tropvorm
Buis
Ruimer
Buis
6. Plaats het trompgereedschap op de vorm.
7. Draai de hendel van het trompgereedschap
met de klok mee totdat de buis volledig is
getrompt. Tromp de buis in overeenstemming
met de afmetingen
BUISVERLENGING VOORBIJ TROMPVORM
Buis-
Aanhaalmoment
Trompafmeting (A)
maat
(Eenheid: mm/inch)
Min.
18-20 N.m
Ø 6,35
8,4/0,33
(180-200 kgf.cm)
32-39 N.m
Ø 9.52
13,2/0,52
(320-390 kgf.cm)
49-59 N.m
Ø 12.7
16,2/0,64
(490-590 kgf.cm)
57-71 N.m
Ø 16
19,2/0,76
(570-710 kgf.cm)
67-101 N.m
Ø 19
23,2/0,91
(670-1010 kgf.cm)
85-110 N.m
Ø 22
26,4/1,04
(850-1100 kgf.cm)
8. Verwijder het trompgereedschap en de
trompvorm, inspecteer vervolgens het
uiteinde van de buis op scheuren en een
gelijkmatig trompresultaat.
Stap 4: Leidingen aansluiten
Sluit eerst de koperen leidingen aan op de
binneneenheid en vervolgens op de buiteneenheid.
Sluit eerst de lagedrukleiding aan en daarna de
hogedrukleiding.
1. Breng bij het aansluiten van de flensmoeren
een dunne laag koelolie aan op de uitlopende
uiteinden van de leidingen.
2. Lijn het midden van de twee buizen die u gaat
aansluiten uit.
Slangen binneneenheid
3. Draai de flensmoer zo strak mogelijk met de
hand vast.
4. Neem met een steeksleutel de moer
op de leiding van het apparaat vast.
Tropvorm
Max.
8,7/0,34
90 ° ± 4
13,5/0,53
A
16,5/0,65
R0,4~0,8
19,7/0,78
23,7/0,93
26,9/1,06
Buis
Flensmoer
Pagina 31