Type
Display
alarm
I5 - Spanning 0-30 ontbreekt (spannings-
regelaar defect of kortsluiting accessoires).
I6 - Spanning 0-30 te hoog (spanningsre-
gelaar defect).
I7 - Fout interne parameter buiten limieten. Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
I8 - Fout programmasequentie.
IA - Fout interne parameter (EEPROM/
FLASH).
IB - Fout interne parameter (RAM).
IC - Fout time-out manoeuvre (>3 min).
IE - Voedingscircuit defect.
IM - Alarm TRIAC motor 1 kortgesloten
of altijd ON.
IM - Alarm TRIAC motor 2 kortgesloten
of altijd ON.
IU - Fout test circuit lezing spanning
motor 1.
IV - Fout test circuit lezing spanning
motor 2.
XX - Reset firmware aangestuurd door de toetsen
WD - Reset firmware niet aangestuurd.
R0 - Plaatsing van een geheugenmodule
met meer dan 100 opgeslagen aantal
draadloze bedieningen.
OPGELET: de instelling
vindt automatisch plaats.
R3 - Geheugenmodule niet gevonden.
R4 - Geheugenmodule niet compatibel met
elektronische besturingskast.
R5 - Geen seriële communicatie met ge-
heugenmodule.
R6 - Plaatsing van een geheugenmodule
die specifiek voor de keuring bestemd is.
P1 - Onvoldoende spanning microcontroller. Controleren of de elektronische besturings-
HZ - Netfrequentie buiten acceptabel inter-
val (<45 Hz of >65 Hz).
Beschrijving
→
→
44
Werkzaamheid
Controleren of de aansluiting 0-30 geen
kortsluiting vertoont. De elektronische
besturingskast vervangen als het probleem
niet verholpen kan worden.
Elektronische besturingskast vervangen.
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Met de hand controleren of de vleugel
zonder problemen kan bewegen. De elek-
tronische besturingskast vervangen als het
probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. Instellingen/werking van eventu-
ele eindschakelaars controleren.
De elektronische besturingskast vervangen als het
probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
Resetten. De elektronische besturingskast vervan-
gen als het probleem niet verholpen kan worden.
UP
DOWN
+
tegelijkertijd in te drukken
Een aantal opgeslagen draadloze bedie-
ningen wissen tot het aantal lager is dan
100 om de configuraties van de installatie
in de geheugenmodule te kunnen opslaan.
Instelling
→
→
Een geheugenmodule aanbrengen.
Een compatibele geheugenmodule aan-
brengen.
Geheugenmodule vervangen.
kast correct wordt gevoed.
De kwaliteit van de netspanning contro-
leren.
.