Basisinstellingen en displays (2, 3, 4, 5)
Voor MIG-lassen wordt de snelheid van de draadaanvoer ingesteld met potentiometer 2, de ingestelde waarde
wordt weergegeven op display 4. De lasspanning wordt ingesteld met potentiometer 3, de ingestelde waarde
wordt weergegeven op display 5. Tijdens het lassen geeft display 4 de werkelijke lasstroom weer en display
5 de lasspanning.
Voor puntlassen (MMA) wordt de lasstroom ingesteld met de potentiometer, de waarde wordt weergegeven
op display 4. Potentiometer 5 wordt niet gebruikt bij puntlassen. Display 5 laat de rustwaarde zien van het
voltage tijdens het afstellen van de waarde voor de setstroom. Tijdens het lassen wordt op display 4 de
werkelijke lasstroom weergegeven en op display 5 de lasspanning.
Als de instelling van de MIG-dynamiek/Arc Force voor puntlassen wordt geactiveerd met knop 7, stelt u de
waarde in met potentiometer 3 (zie de informatie over het instellen van MIG-dynamiek/Arc Force).
Met Synergic 1-MIG lassen wordt de stroom ingesteld met potentiometer 2 en de lengte van de boog met
potentiometer 3 (zie '1-MIG lassen').
Nadat de instelling van de SETUP-parameters is bevestigd door de knop 6 keer lang in te drukken, kan de
instelbare parameter worden geselecteerd met potentiometer 2. De naam wordt weergegeven op display 4. De
waarde van de parameter wordt ingesteld met potentiometer 3, de waarde wordt weergegeven op display 5
(zie de informatie over SETUP-functies).
Keuze van het MIG-proces (6)
MIG 2-takt: MIG-lassen met 2-takt functie
1. schakelaar indrukken: lassen begint
2. schakelaar loslaten: lassen eindigt
MIG 4-takt: MIG-lassen met 4-takt functie
1. schakelaar indrukken: beschermgas stroomt
2. schakelaar loslaten: lassen begint
3. schakelaar indrukken: lassen eindigt
4. schakelaar loslaten: beschermgas stopt
Instelling voor laskarakteristiek (7)
De instelling van de MIG-laskarakteristiek is van invloed op de stabiliteit van de boog en op het aantal
lasspatten. De nulstand is de aan te bevelen basisinstelling. De waarden –> min (-1...-9) voor een zachtere
boog, om het aantal lasspatten te verminderen. De waarden –> max (1...9) voor een hardere boog, om de
stabiliteit te vergroten en bij gebruik van 100 % CO
Bij het MMA lassen is de arc force van grote invloed op de stabiliteit van de boog, de stabiliteit is voor de
verschillende elektroden instelbaar. De range van –9 .... 0 wordt veelal toegepast voor hoog gelegeerde
elektroden. De range 0....+9 wordt toegepast voor moeilijk verlasbare elektroden en voor het lassen op lage
stroomsterkte. De fabrieks instelling "0" is voor algemeen gebruik.
Gastest (8)
Na een druk op de knop gastest wordt de gasafsluiter geopend zonder dat de draadaanvoer of stroombron
wordt geactiveerd. Standaard stroomt het gas gedurende 20 seconden. Op de display wordt aangegeven hoe
lang het gas nog blijft stromen. De standaardtijd voor de gasstroom kan worden ingesteld met de potentiometer
rechts. Het instelbare bereik is 10 – 60 seconden. De ingestelde tijd wordt opgeslagen in het geheugen.
U kunt de gasstroom onderbreken met de knop ON/OFF of de startschakelaar van het pistool.
Test draadaanvoer (9)
Met de schakelaar voor de draadaanvoer start u de draadaanvoermotor zonder de gasafsluiter te openen en
zonder de stroombron in te schakelen. De standaardsnelheid van de draadaanvoer is 5 m/min. U kunt de
snelheid aanpassen met de potentiometer rechts. Als u de knop loslaat, wordt de draadaanvoer stopgezet.
De unit keert terug naar de normale stand ongeveer 3 seconden nadat u de knop hebt losgelaten of als u de
knop ON/OFF kort indrukt.
Selectie van vloeistof- of gasgekoeld MIG-pistool (11)
Druk knop 7 en 8 gelijktijdig (langer dan 1 second) in voor de selectie van een vloeistof- of gasgekoeld
MIG-pistool. Als op de display 'Gas' wordt weergegeven, gaat de lasmachine ervan uit dat er een gasgekoeld
MIG-pistool is aangesloten. Als u knop 7 en 8 nogmaals indrukt, verschijnt de melding 'COO Ler' op de
display en gaat de LED (12) branden om aan te geven dat vloeistofkoeling is geselecteerd. In dit geval
gaat de lasmachine ervan uit dat er een vloeistofgekoeld MIG-pistool is aangesloten. Als vloeistofkoeling
is geselecteerd, wordt de volgende keer dat de machine wordt opgestart, de unit voor vloeistofkoeling
ingeschakeld.
© Kemppi oy
-beschermgas bij lassen van staal.
²
WeldForce KWF 500, 300, 00S, 300S / 061 – 1