Inhoudsopgave
Advertenties
11 Kalibreren
(1)
(2)
54
Met de toetsen
bevestigen.
PGM
De start temperatuur dient onder de referentietemperatuur (25.0°C)
te liggen.
Met de toetsen
bevestigen.
PGM
De eindtemperatuur dient minstens 20°C boven de starttempera-
tuur te liggen.
De meetomvormer bepaald zelfstandig het temp. herstartpunt het LC-display
toont nu:
- boven (1) de volgende aan te sturen temperatuur (knippert)
- daaronder (2) de actuele sensor temperatuur (vaststaand)
Het meetmedium verwarmen, tot de knipperende temperatuur over- resp.
onderschreden is.
resp.
de start temperatuur ingeven en met de toets
resp.
de eindtemperatuur ingeven en met de toets
Advertenties
Inhoudsopgave
