10.4.1 INGANG GELEIDB. (geleidbaarheid)
MEETBEREIK 1...4
TEMP. COMPENSATIE
TEMP. COËFFICIËNT 1...4
REFERENTIE TEMPERATUUR
CELCONSTANTE
REL. CELCONSTANTE
1
0...500 µS/cm
0...1000 µS/cm
0...2000 µS/cm
0...5000 µS/cm
0...10 mS/cm
0...20 mS/cm
0...50 mS/cm
0...100 mS/cm
0...200 mS/cm
0...500 mS/cm
0...1000 mS/cm
0...2000 mS/cm UNK
1
De meetbereiken 2, 3 en 4 worden alleen gebruikt, indien
"INGANG BINAIR" op "MEETB./TEMPC." geconfigureerd is.
2
Dit meetbereik is niet temperatuur gecompenseerd.
LINEAIR
NIET LINEAIR (zie "Niet-lineaire temp.coëfficiënt (ALPHA)"), blz. 51
NAT. WATER (toegestaan temperatuurbereik 0...36°C conform EN 27 888)
1
0...2,20...5,5%
1
De bereiken 2, 3 en 4 worden alleen gebruikt, indien
"INGANG BINAIR" of "MEETB./TEMPC." geconfigureerd is.
15,0...25,0...30°C
2,00...6,80...10,0 1/cm
Een controle of wijziging is slechts dan noodzakelijk, indien aan de meetomv.
met separate sensor een extra sensor (basistype toevoeg."80") aangesloten
wordt. De celconstante is op de extra sensor gedrukt (K=x,xx).
80,0...100,0...120%
2
10 Bedienen
33