11.1 Algemeen
11.2 Kalibreren van de relatieve celconstante
Voorwaarden
Ter verhoging van de nauwkeurigheid beschikt de CTI-750 over uitgebreide
kalibratie mogelijkheden.
Afhankelijk van het meetmedium dient de CTI regelmatig gereinigd
en gekalibreerd te worden!
Tijdens het kalibreren knippert het LED "K1".
Bij verhoogde nauwkeurigheids-eisen dient eerst de celconstante gekalibreerd
te worden.
- de JUMO CTI-750 moet aangesloten zijn op het spanningsnet.
zie hoofdstuk 7 "Installatie" blz. 23.
- De sensor moet aangesloten zijn op de meetomvormer (bij "afgezette"
bouw vorm
- De meetomvormer staat in de "Meetmodus"
De geleidbaarheidssensor in een referentie-oplossing met bekende geleid-
baarheid plaatsen.
Tijdens het kalibreren dient de temperatuur van de meetoplossing
constant te blijven!
De toets
langer dan 3 seconden indrukken.
PGM
Met de toetsen
de keuze bevestigen.
PGM
resp.
"KALIBRATIE NIVEAU" kiezen; met de toets
11 Kalibreren
47