Pan de camera van rechts naar links.
Naar boven:
Pan de camera van onder naar boven.
Naar beneden:
Pan de camera van boven naar onder.
[60] Hoe te gebruiken
Scherpstelfunctie
Selecteert de scherpstelmethode die geschikt is voor de beweging van het
onderwerp.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
(Enkelvoudige AF):
Het apparaat vergrendelt de scherpstelling nadat het scherpstellen is voltooid.
Gebruik [Enkelvoudige AF] wanneer het onderwerp bewegingsloos is.
(Continue AF):
Het apparaat blijft scherpstellen zo lang u de ontspanknop tot halverwege
ingedrukt houdt. Gebruik dit wanneer het onderwerp in beweging is.
(D. handm. sch.):
Maakt het mogelijk om handmatig scherp te stellen in combinatie met automatisch
scherpstellen.
(H. scherpst.):
Stelt handmatig scherp. Als u niet kunt scherpstellen op het bedoelde onderwerp
met behulp van de automatische scherpstelling, gebruikt u de handmatige
scherpstelling.
Opmerking
Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens
zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek of iets
dergelijks.
Als [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF], wordt de pieptoon niet
voortgebracht nadat is scherpgesteld.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Scherpstelfunctie] → gewenste
Scherpstellen