Externe ingangsaansluitingen
gebruiken
Deze unit is voorzien van vier sets externe ingangen voor het aansluiten
van CD-spelers, analoge draaitafels, enz. Je kunt onafhankelijk met de
4-kanaals mixer van deze unit werken, dus de van buiten ingevoerde
geluidssignalen kunnen worden gemixt zonder dat deze door een com-
puter moeten worden gestuurd. Je kunt de hieronder vermelde mixer-
functies gebruiken zonder dat er een computer is aangesloten.
Opmerkingen
! Zie voor nadere bijzonderheden over de betreffende items
Aansluitingen (pag.9) en Overzicht van de bedieningstoetsen (pag.11).
! De functies die hieronder worden genoemd werken niet voor de
externe ingangen.
— Instelling muziekstuktempo (drukken op de [CUE]-toets van de
hoofdtelefoon terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt)
— Kanaalfader startfunctie (de kanaalfader verplaatsen terwijl je de
[SHIFT]-toets ingedrukt houdt)
— Effecten van de Serato DJ-software toepassen
! De waarden die worden aangepast met de diverse bedieningsfunc-
ties voor de Serato DJ-software verschillen van de waarden die wor-
den aangepast voor de externe ingang.
Mengpaneel-gedeelte
1
3
2
3
4
5
6
7
8
1 TRIM instelling
2 EQ (HI, MID, LOW) instellingen
3 Kanaalniveau-aanduiding
4 FILTER-instelling
5 Hoofdtelefoon CUE/MIC TALK OVER-toets
6 Hoofdtelefoon CUE knop
7 Kanaal-fader
8 Crossfader-toewijzingsschakelaar
9 Crossfader-regelaar
a MASTER LEVEL instelling
b Hoofdniveau-aanduiding
c Booth monitor niveau-instelling
d HEADPHONES MIXING instelling
e MASTER CUE-toets
28
Nl
1
a
3
4
b
2
2
3
c
d
4
7
8
e
6
7
9
Voorpaneel
1
2
3
1 HEADPHONES LEVEL instelling
2 INPUT SELECT-schakelaar
3 INPUT SELECT-schakelaar
4 Crossfadercurve keuze-instelling
Het geluid van de microfoon mixen
1 Sluit een microfoon aan op de [MIC1] of
[MIC2]-aansluiting.
2 Start het systeem op.
= Opstarten van het systeem (pag.18)
3 Zet de [INPUT SELECT]-schakelaar op [MIC1] of [MIC2].
4 Bedien de [TRIM]-instelling en de kanaalfaders om
het audioniveau dat door de respectievelijke decks
wordt geproduceerd bij te stellen.
! Je kunt het geluid aanpassen met de [EQ (HI, MID, LOW)]-
instellingen en met de [FILTER]-instelling kun je filtereffecten
toepassen op de verschillende kanalen.
Het geluid van een DJ-speler, enz. mixen
1 Sluit de DJ-speler of een ander apparaat op lijnniveau
aan op de [CD] of [PHONO/LINE]-aansluitingen.
2 Start het systeem op.
= Opstarten van het systeem (pag.18)
3 Zet de [INPUT SELECT]-schakelaar op [CD] of [LINE].
4 Bedien de [TRIM]-instelling en de kanaalfaders om
het audioniveau dat door de respectievelijke decks
wordt geproduceerd bij te stellen.
! Je kunt het geluid aanpassen met de [EQ (HI, MID, LOW)]-
instellingen en met de [FILTER]-instelling kun je filtereffecten
toepassen op de verschillende kanalen.
Het geluid van een analoge draaitafel,
enz. mixen
1 Sluit de analoge speler of ander apparaat op
phononiveau (voor MM-elementen) aan op de [PHONO/
LINE]-aansluitingen.
2 Start het systeem op.
= Opstarten van het systeem (pag.18)
3 Zet de [INPUT SELECT]-schakelaar op [PHONO].
4 Bedien de [TRIM]-instelling en de kanaalfaders om
het audioniveau dat door de respectievelijke decks
wordt geproduceerd bij te stellen.
! Je kunt het geluid aanpassen met de [EQ (HI, MID, LOW)]-
instellingen en met de [FILTER]-instelling kun je filtereffecten
toepassen op de verschillende kanalen.
3
2
4