1
Druk op de vierwegbesturing (4)
in de stand A.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
De flitsstand verandert elke keer de knop
wordt ingedrukt. U kunt de instelling
ook wijzigen aan de hand van de
vierwegbesturing (23).
In de stand
(Flitser uit + Flitser aan (2 opnames))
in plaats van c (Auto+Anti Rode Ogen)
en wordt d (Flitser+AntiRodeOgen) zoals
aan de rechterkant weergegeven.
Wanneer u
(2 opnames)) selecteert, worden twee
opnamen achtereenvolgens gemaakt
in a (Flitser uit) en b (Flitser aan). Na het
maken van de foto's kunt u de beste opname kiezen.
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
Over het fenomeen van rode ogen
Opnamen maken met behulp van de flitser kan tot gevolg hebben dat de ogen van het
onderwerp er rood uit zien in de opname. Dit fenomeen treedt op wanneer het licht van
de flitser wordt weerkaatst in de ogen van het onderwerp. Dit kan worden gereduceerd
door de verlichting in het gebied rond het onderwerp te verhogen en/of door de afstand
tot het onderwerp te verkleinen en de lens aan te passen aan een instelling met een
bredere hoek. De flitsstand instellen op c (Auto+Anti Rode Ogen) of d (Flitser+
AntiRodeOgen) is ook een doeltreffende manier om rode ogen te reduceren.
Selecteren van de Focusinst.
Standaard
=
Macro
q
40
(Onder water) verschijnt
(Flitser uit + Flitser aan
Deze stand wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
50 cm tot ∞ bedraagt. De camera wordt scherp gesteld op het
onderwerp in het autofocusgebied wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
Deze stand wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
10 cm tot 60 cm bedraagt. De camera wordt scherp gesteld op
het onderwerp in het autofocusgebied wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto
Auto
Auto
MENU
MENU
MEN
Stop
Stop
Stop
Flash Mode
Flash Mode
Flash Off+Flash On
Flash Off+Flash On
(2 shots)
(2 shots)
MEN
MENU
MENU
Cancel
Cancel
Cancel
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK