Installatieschema voor muurdoorvoer
Installatieinstructies
1. Boor een gat in de buitenmuur (muurdikte max. 480
mm) met een doorsnede van minstens 135 mm.
Let op dat er op de boorplek geen voedingsleidingen
aanwezig zijn!
2. Plaats de schuifbuis zo in het muurgat dat de buiten-
ste buis (grote doorsnede) zich aan de binnen-kant
van de muur bevindt.
Om koudebruggen te voorkomen, dient u de schuif-
buis met geschikt isolatiemateriaal te isoleren.
3. De schuifbuis moet zodanig in het muurgat ingemet-
seld worden dat hij aan beide kanten van de muur
niet overstaat.
Buitenrooster
Schuifbuis
4. Bevestig het rooster met 4 schroeven aan de buiten-
kant van de muur.
Monteer het rooster zo dat geen regenwater kan in-
dringen.
5. De terugslagklep wordt binnen ingezet en eveneens
met 4 schroeven bevestigd.
Het opschrift "oben" op de terugslagklep moet van
binnen te zien zijn!
6. Maak bij buitenbedrijfstelling van het apparaat, b.v.
voor het begin van de wintertijd, de opening in de te-
rugslagklep met de afsluitdop dicht, zodat geen
luchtcirculatie kan plaatsvinden.
Terugslagklep
Afsluitdop
15