Elke vorm van geweld bij het demonteren of monteren van het pompaggregaat moet worden
vermeden.
7.2 Onderhoud/inspectie
DP adviseert regelmatig onderhoud uit te voeren volgens onderstaand schema:
Tab. 15: Overzicht onderhoudsmaatregelen
Onderhoudsinterval
na 4000 bedrijfsuren, echter minimaal
één keer per jaar
Om de vijf jaar
7.2.1 Inspectiewerkzaamheden
7.2.1.1 Hijsketting controleren
ü Pompaggregaat is uit pompbak getrokken en gereinigd.
1. Hijsketting inclusief bevestiging controleren op zichtbare schade.
2. Defecte onderdelen vervangen door originele onderdelen.
7.2.1.2 Elektrische aansluitkabels controleren
Visuele controle
ü Pompaggregaat is uit pompbak getrokken en gereinigd.
1. De elektrische aansluitkabel op uitwendige beschadiging controleren.
2. Defecte onderdelen vervangen door originele reserveonderdelen.
Controle van
ü Pompaggregaat is uit pompbak getrokken en gereinigd.
veiligheidsgeleider
1. Weerstand tussen veiligheidsgeleider en massa meten.
De weerstand moet kleiner zijn dan 1 Ω.
2. Defecte onderdelen vervangen door originele reserveonderdelen.
7.2.1.3 Isolatieweerstand meten
In het kader van de jaarlijkse onderhoudsmaatregelen de isolatieweerstand van de
motorwikkeling meten.
Onderhoudsmaatregelen
Isolatieweerstandsmeting
Controle van de elektrische aansluitkabels
Visuele controle hijsketting
Controle van sensoren
Smeermiddelverversing
Controle van de toestand van de lagers
Groot onderhoud
GEVAAR
Defecte veiligheidsgeleider
Elektrische schok!
Ø Nooit een pompaggregaat met defecte veiligheidsgeleider in bedrijf
nemen.
Zie ...
[ð Hoofdstuk 7.2.1.3, Pagina 39
]
[ð Hoofdstuk 7.2.1.2, Pagina 39
]
[ð Hoofdstuk 7.2.1.1, Pagina 39
]
[ð Hoofdstuk 7.2.1.4, Pagina 40
]
[ð Hoofdstuk 7.2.2.1.3, Pagina 41
]
39 / 64