18
|
Installatie van de leidingen
18.1.3 Isolatie van de koelmiddelleidingen
18.1.4 Leidingmaat selecteren
A: Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
90
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
19,1 mm (3/4")
22,2 mm (7/8")
25,4 mm (1")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte:
Omgevingstemperatuur
≤30°C
>30°C
Bepaal de juiste maat aan de hand van de volgende tabellen en de afbeelding
(alleen als referentie).
B'
b
B'''
d
C
C
C
a
a
a
a
10
11
1
a1~a11 VRV DX-binnenunits
b1~b3 SV-units
c Eerste aftakkit (verdeler)
d Aftakkit binnenunits (refnet)
e VRV 5-S-buitenunit
A~C Leiding
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de capaciteit van de buitenunit.
Wanneer er geen eerste aftakkit binnenunits (c) is, wordt leiding A op de eerste SV-
unit of VRV DX-binnenunit aangesloten.
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
Gegloeid (O)
Halfhard (1/2H)
Halfhard (1/2H)
Vochtigheid
75% tot 80% RV
≥80% RV
e
A
B
b
1
2
B''
d
C
C
C
C
C
a
a
a
a
2
3
4
5
6
(a)
Dikte (t)
≥0,80 mm
≥0,99 mm
≥0,80 mm
≥0,88 mm
Minimumdikte
15 mm
20 mm
B
b
3
B
d
C
C
C
a
a
a
7
8
9
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P752782-1A – 2024.02
Ø
t
RXYSA8~12AMY1B