20.1.2 Over elektrische bedrading
RXYSA8~12AMY1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P752782-1A – 2024.02
OPMERKING
▪
De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het
opstarten van het product. Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet
gedetecteerd tijdens de normale werking van het product.
▪
De bescherming tegen omgekeerde polariteit dient om het product uit te
schakelen wanneer het zich bij het opstarten ongewoon gedraagt.
▪
Vervang 2 van de 3 fasen (L1, L2 en L3) wanneer het beveiligingscircuit tegen
omgekeerde polariteit is geactiveerd.
De bedrading van de voeding en de bedrading tussen de units moeten gescheiden
worden gehouden. Deze bedradingen moeten altijd op minstens 25 mm van elkaar
worden gehouden om eventuele elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
▪
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden
blijven. De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar
ze mogen niet parallel lopen.
▪
De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen niet in contact komen
met de interne leidingen (behalve de inverter PCB-koelleiding) om te voorkomen
dat de bedrading beschadigd wordt door hete leidingen.
▪
Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden zodanig dat het deksel of
andere onderdelen niet loskomen.
Houd de bedrading tussen units buiten de unit samen met de lokale leidingen.
Specificaties en limieten bedrading tussen units
Zie
"20.1.6 Specificaties van standaard
Maximum aantal aftakkingen voor kabels tussen units
Maximale kabellengte
(afstand tussen buitenunit en verste binnenunit)
Totale kabellengte
(som van afstanden tussen buitenunit en alle binnenunits)
Maximum aantal autonome onderling aansluitbare systemen
Bedrading tussen units naar schakelaar koelen/verwarmen
(a)
Als de totale bedrading tussen units buiten deze waarden valt, kunnen
communicatiestoringen ontstaan.
(b)
Geïsoleerde en afgeschermde kabels zijn vereist voor de bedrading tussen de buitenunit
en de SV-unit EN tussen de buitenunit en binnenunits die rechtstreeks op de buitenunit
zijn aangesloten. Bedrading tussen SV-unit en binnenunits vereist geen afgeschermde
kabels.
20
bedradingscomponenten" [
vereisten inzake bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Elektrische installatie
|
(a)(b)
4
126] voor
9
300 m
600 m
10
500 m
121