4.5. De uitvoerband gebruiken
De uitvoerband kan horizontaal en verticaal worden bediend. De veiligheidszone voor de uitvoerband is
10 meter. Bij het bedienen van de machine is de maximaal toegestane hoek van de uitvoerband 40°. Het
toerental van de uitvoerband kan naar wens met afsteller H (afbeelding 10) worden aangepast. Als de
uitvoerband om wat voor reden dan ook vastloopt, moet de band worden gestopt met hendel G
(afbeelding 10) en moet de machine worden uitgeschakeld voordat het probleem wordt opgelost. Als het
vastlopen wordt veroorzaakt door het mechanisme voor afvalverwijdering, laat u de transportband kort
in omgekeerde richting lopen met hendel G (afbeelding 10). Er moet minstens 50 cm ruimte zijn tussen
het einde van de uitvoerband en de stapel verwerkt brandhout.
De spanning en uitlijning van de uitvoerband kunnen als volgt worden aangepast:
1. Draai bevestigingsmoer A (afbeelding 24) los.
2. Draai de band strakker/losser met moer B in afbeelding 24 (aan beide zijden van de band
evenveel). Als de band scheef zit, draait u moer B los (ten opzichte van de veer) aan de zijde waar
u de band beter wilt uitlijnen.
3. Wanneer de uitvoerband de juiste spanning heeft en goed is uitgelijnd, draait u de
bevestigingsmoeren (A) aan beide zijden weer vast.
De uitvoerband heeft een automatisch apparaat voor afvalverwijdering, dat afval en zaagsel van het
verwerkte brandhout scheidt.
De volgende zaken zijn van grote invloed op de werking van het apparaat voor afvalverwijdering: de hoek
van de uitvoerband, de snelheid van de band en de afstand van scheidingsblad D (afbeelding 24) tot de
bovenste rol van de transportband. Anders gezegd, het resultaat van de afvalscheiding is beter naarmate
de hoek steiler is (echter niet meer dan 40°), de snelheid lager is, en de afstand tussen scheidingsplaat D
Hakki Pilke 43 Pro rev. A
30 / 50
Afbeelding 24.
Translation
Version 10-2020