Vóór het proefdraaien moeten alle onderdelen van de brandhoutprocessor worden gecontroleerd. Als er
enig defect of slijtage wordt ontdekt waardoor het veilig gebruik van de machine kan worden beïnvloed,
mag de brandhoutprocessor niet worden gebruikt totdat het defecte of versleten onderdeel vervangen is
en veilig gebruik gewaarborgd is.
1. Controleer of de beschermkap van de zaag- en kloofsectie van de brandhoutprocessor is gesloten.
2. Controleer of de in- en uitvoerband in de bedrijfsstand staan.
3. Zorg dat de splijtgroef leeg is.
4. Zorg dat u vertrouwd bent met de werking van de bedieningselementen van de machine. Zie Sectie
3.2 indien nodig.
5. Activering.
a. Tractoraandrijving: Steek de connector van het elektrische bedieningselement in de
elektrische contactdoos van de tractor. Start de tractor en sluit de uitgang aan, beginnend op lage
snelheid en opvoerend tot maximaal 500 rpm.
b. Elektrische aandrijving: Sluit de kabel aan op de contactdoos van de brandhoutprocessor,
start de machine door op de startknop te drukken en wacht tot de elektromotor op volle snelheid
draait.
6. Start de kloofcyclus door op knop B (afbeelding 11) van joystick F (afbeelding 10) te drukken. De
kloofbewerking moet normaal zijn.
7. Zorg dat de zaag en smering van de zaagketting als volgt werken: (Zie Sectie 7.0 indien nodig.)
a. Voer enkele zaagcycli zonder hout uit door op knop C (afbeelding 11) te drukken.
b. Controleer of de zaagbalk tijdens de zaagcyclus helemaal omlaag gaat en automatisch weer
omhoog gaat wanneer knop C wordt losgelaten, en of de zaagketting draait zolang knop C
wordt ingedrukt.
c. Schakel de machine uit en koppel deze los van de vermogensbron.
d. Open de beschermkap en kijk of de zaagketting olie heeft gekregen.
8. Start de kloofcyclus en stop deze door het beschermgaas te openen. Controleer of de kloofbalk
terugkeert naar de oorspronkelijke positie wanneer het beschermgaas wordt gesloten.
9. Test de invoer- en omkeerbewerking van de invoerband met joystick F (afbeelding 10).
10. Activeer de uitvoerband door hendel G (afbeelding 10) naar voren te duwen. Controleer of de
uitvoerband stopt wanneer hendel G in de middelste stand wordt gezet en of de uitvoerband
achterwaarts draait wanneer hendel G in de achterste stand wordt getrokken. Stel een geschikte
snelheid in voor de transportband met afsteller H (afbeelding 10).
Als er een fout, storing of probleem optreedt tijdens het proefdraaien, zoek dan de oorzaak en neem de
benodigde herstelmaatregelen. De machine moet tijdens het zoeken naar de storing en het uitvoeren van
de reparatie worden uitgeschakeld en losgekoppeld van de vermogensbron.
4.2. Hout op de invoerband plaatsen
Wij adviseren u hulpmachines te gebruiken, zoals de HakkiFeed 472 houttafel. Als er geen houttafel aan
de machine gekoppeld is, mag het hout niet langer zijn dan 4,5 m. Wees altijd voorzichtig bij het optillen
en op de invoerband plaatsen van hout, zodat de gebruiker niet in gevaar wordt gebracht.
Opmerking! Het is strikt verboden houtblokken rechtstreeks met een lader op de invoerband te
plaatsen.
Opmerking! Zorg dat het zwaartepunt van het houtblok op de transportband blijft.
Opmerking! Als de machine een grotere uitvoerband heeft, is het gebruik van de houtlift verboden,
omdat de regelklep gebruikmaakt van een motorspoel.
Hakki Pilke 43 Pro rev. A
22 / 50
Translation
Version 10-2020