De helderheid aanpassen
(belichtingscorrectie)
De standaardhelderheid (juiste belichting) die door
de camera wordt ingesteld op basis van de fotostand
(behalve M) kan helderder of donkerder worden
ingesteld om een bepaald effect te verkrijgen.
1
Selecteer de optie belichtingscorrectie in het
functiemenu.
2
Gebruik HI om de gewenste helderheid
te selecteren, en druk op de knop A.
Afregelen op een natuurlijk
kleurenschema (witbalans)
Voor meer natuurlijke kleuren kiest u een witbalans
die afgestemd is op het motief.
1
Selecteer de optie witbalans in het functiemenu.
34 NL
Exposure Comp.
2 2
1 1
0
0
1 1
2 2
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
16
M
MENU
MENU
WB Auto
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
16
M
MENU
MENU
2
Gebruik HI om de optie te selecteren en
druk op de knop A om in te stellen.
Optie
De camera stelt automatisch de
WB Auto
witbalans in overeenkomstig de te
fotograferen scène.
Voor buitenopnamen bij heldere lucht.
5
Voor buitenopnamen bij bewolkte lucht.
3
Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
1
>
Voor fotograferen bij wit TL-licht.
Om subtiele kleurtinten in te
P
stellen die niet kunnen worden
aangepast met Auto, Sunny, Cloudy,
Q
Incandescent of Fluorescent.
De one touch-witbalans gebruiken
De one touch-witbalans gebruiken
1 Selecteer de optie witbalans in het functiemenu.
2 Gebruik HI om [ P ] of [ Q ] te selecteren en richt
de camera op wit papier.
●
Plaats het papier dusdanig, dat het scherm
volledig wordt gevuld en zorg ervoor dat er
geen schaduwen zijn.
●
Het is aan te bevelen de zoom in te stellen
op tele (T).
●
Voer deze procedure uit bij het licht waarmee
de foto's effectief zullen worden gemaakt.
3 Druk op de knop m.
●
De camera ontspant de sluiter en de witbalans
wordt geregistreerd.
●
De geregistreerde witbalans wordt opgeslagen
in de camera. De gegevens worden niet
gewist door de camera uit te zetten.
Wanneer [ P ] of [ Q ] waarvan de witbalans
●
reeds werd geregistreerd, wordt geselecteerd
in stap 2, wordt de nieuwe witbalans
geregistreerd.
Beschrijving