14.4. PERIODIEKE VALIDATIE VAN DE STERILISATOR
Zoals bij elk apparaat is het mogelijk, en in sommige toepassingen onvermijdelijk, om een achteruitgang van de prestaties en de componenten te
hebben gedurende de levensduur ervan, afhankelijk van het type en de frequentie van het gebruik.
Om een constante procesveiligheid in de tijd te garanderen, moeten de thermodynamische procesparameters (druk en temperatuur) met regelmatige
tussenpozen (in functie van de richtlijnen of de lokale verordeningen) worden gecontroleerd, waarbij moet worden nagegaan of ze binnen de toegestane
limieten blijven.
Het opwaarderen van de prestaties van de sterilisator valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker van het product.
De Europese referentienormen EN 17665 (Sterilisatie van gezondheidsproducten - Vochtige warmte) en EN 556 (Sterilisatie van medische
hulpmiddelen - Eisen voor medische hulpmiddelen die als "STERIEL" moeten worden aangeduid) bieden een effectieve leidraad voor het uitvoeren van
deze tests op waterdampsterilisatoren.
Aangezien deze controles, naast specifieke ervaring en voorbereiding, het gebruik van speciale apparatuur vereisen (hoognauwkeurige sensoren en
sondes, gegevensverzamelaars, speciale software, etc.) die naar behoren worden gecontroleerd en gekalibreerd, is het noodzakelijk een beroep te
doen op gespecialiseerde bedrijven op dit gebied.
De Klantenservice (zie Bijlage) is beschikbaar om gebruikers te voorzien van alle informatie met betrekking tot de periodieke validatie van hun
waterstoomsterilisatoren.
14.5. LEVENSDUUR VAN HET APPARAAT
De levensduur van de stoomsterilisator wordt bepaald in 10 jaar (gemiddeld gebruik: 5 cycli/dag, gedurende 220 dagen/jaar). Voor normaal gebruik is
wordt bedoeld om het apparaat te gebruiken en te onderhouden volgens de instructies van de fabrikant.
De verwachte levensduur van het apparaat is onderworpen aan een risicoanalyse die wordt uitgevoerd in overeenstemming met de eisen van ISO
14971.
14.6. VERWERKING VAN APPARATUUR OP EINDE LEVENSDUUR
Op grond van Richtlijn 2012/19/EU betreffende de verwijdering van afvalstoffen is het verplicht om afval niet als gemeentelijk afval te verwijderen en
gescheiden in te zamelen. Bij aankoop van een nieuw apparaat van een gelijkwaardig type moet het afgeschreven apparaat in een verhouding van één
op één naar de dealer worden teruggestuurd om te worden afgevoerd.
Met betrekking tot het hierboven genoemde hergebruik, de recycling en andere vormen van afvalverwerking vervult de producent de functies die in de
afzonderlijke nationale wetgeving zijn vastgelegd.
Een passende gescheiden inzameling voor de latere ingebruikname van het buiten gebruik gestelde apparaat voor recycling, behandeling en
milieuvriendelijke verwijdering helpt mogelijke negatieve effecten op het milieu en de gezondheid te voorkomen en bevordert de recycling van de
materialen waaruit het apparaat is samengesteld. Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat geeft aan dat het product aan het
einde van zijn levensduur gescheiden van ander afval moet worden ingezameld.
Bij illegale afvalverwerking worden de sancties toegepast die in de nationale wetgeving zijn vastgelegd.
Bravo G4 17 / Bravo G4 22 / Bravo G4 28
NL
79