Aansluitingen
Stap 6: Plaatsen van de
batterijen in de
afstandsbediening
3
1
2
1
Open het klepje van het batterijvak.
2
Plaats twee batterijen, type R06 of AA, en let
hierbij op de indicaties (+-) binnenin het
vak.
3
Sluit het batterijvak.
Gebruiken van de afstandsbediening om
het systeem te bedienen
1
Richt de afstandsbediening recht naar de sensor
(iR) op het apparaat.
2
Kies het apparaat dat u wilt bedienen door op
één van de bronkeuzetoetsen op de
afstandsbediening te drukken (bijvoorbeeld CD,
TUNER).
3
Kies vervolgens de gewenste functie
(bijvoorbeeld ÉÅ, í, ë).
LET OP!
– Verwijder de batterijen als ze leeg zijn
of als u ze gedurende langere tijd niet
zult gebruiken.
– Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen of batterijen van verschillende
types door elkaar.
– Batterijen bevatten chemicaliën en
moeten daarom op de juiste manier
ingeleverd worden.
108