Inhoudsopgave
Advertenties
Technische handleiding MT 185-I
5.0
IN BEDRIJF STELLEN
5.1
ALGEMENE INFORMATIE
Controleer na de installatie of de afsluitkraan op de in- en uitlaat, de
eventuele by-pass en het afblaasventiel gesloten zijn.
Wij bevelen aan om voor de ingebruikneming te controleren of de
gebruiksomstandigheden overeenstemmen met de karakteristieken
van het apparaat.
Die karakteristieken worden weergegeven met de symbolen op de
typeplaatjes die op elk apparaat zijn aangebracht (fig. 16).
Wij bevelen aan om de openings- en sluitingskleppen heel langzaam te
verdraaien. Te snelle handelingen zouden de drukregelaar kunnen
beschadigen.
Het dient te worden opgemerkt dat de drukregelaar met monitorfunctie
op het typeplaatje wordt aangeduid met de afkorting "DIVAL/M".
TYPEPLAATJES OP DE APPARATEN
fig. 16
Onderstaand volgt een lijst van de gebruikte
symbolen en hun betekenis
= in overeenstemming met richtlijn 97/23/EG (PED)
Pumax= maximale bedrijfsdruk aan de ingang van het apparaat
bpu= bereik van de wisselende inlaatdrukken van de drukregelaar
onder normale gebruiksomstandigheden.
PS= maximale toelaatbare druk die de constructie en behuizing van
het apparaat onder veilige omstandigheden kan verdragen.
Wds=
bereik
van
drukregelaar/besturing/drukregelaar vooraf, die kan worden verkregen
met de onderdelen en de kalibreringsveer gemonteerd op het moment
van beproeving (zonder vervanging dus van enig onderdeel van het
apparaat).
Wd= kalibreringsbereik van de drukregelaar/besturing/begrenzer
vooraf die kan worden verkregen door gebruik van de
kalibreringsveren zoals aangegeven in de betreffende tabellen en
eventueel door vervanging van andere onderdelen van het apparaat
(opgespannen sluitdop, membraan enz.)
Cg en KG = experimenteel coëfficiënt van kritieke doorstroming
AC= regelingsklasse
SG= sluitdrukklasse
AG= activeringsnauwkeurigheid
.
de
kalibrering
van
Wdso= activeringsbereik voor overdrukken van de blokkeerkleppen,
die kan worden verkregen met de tijdens de beproeving gemonteerde
kalibreringsveer.
Wdo= activeringsbereik voor overdruk van de blokkeerkleppen die kan
worden verkregen met de kalibreringsveren aangegeven in de tabellen.
Wdsu= activeringsbereik voor drukverlaging van de blokkeerkleppen
die kan worden verkregen met de tijdens de beproeving gemonteerde
kalibreringsveer.
Wdu= activeringsbereik voor drukverlaging van de blokkeerkleppen die
kan worden verkregen met de kalibreringsveren aangegeven in de
tabellen.
5.2
AANSLUITING OP GAS, CONTROLE
EXTERNE DICHTING EN
KALIBRERINGEN
Het apparaat moet heel langzaam onder druk worden gezet. Al er
geen procedure met inertisering wordt gevolgd, wordt aanbevolen om
tijdens het onder druk zetten de snelheid van het gas in de
aanvoerleidingen onder een waarde van 5 m/sec te houden.
Om eventuele schade aan de apparatuur te voorkomen moet absoluut
worden voorkomen:
dat de druk wordt aangevoerd via een klep aan de uitgang van het
apparaat zelf;
dat de druk wordt afgeblazen via een klep aan de ingang van het
apparaat zelf.
De externe afdichting is gegarandeerd indien er zich geen bellen
vormen nadat u het onder druk staande element heeft ingesmeerd met
een schuimproduct.
De drukregelaar en eventuele andere apparaten (blokkeerklep,
monitor) worden gewoonlijk vooraf gekalibreerd op de vereiste
waarden geleverd.
Het is echter mogelijk dat om verschillende redenen (bijv. trillingen
tijdens het vervoer) de kalibreringen zijn veranderd, met behoud, in
ieder geval, van de toegelaten waarden van de gebruikte veren. Het is
dus raadzaam om de kalibreringen te controleren volgens de
onderstaand afgebeelde methode.
In de tabellen 6 en 7 staan de aanbevolen kalibreringswaarden van de
apparaten, afhankelijk van de verschillende installatie-filosofieën
de
vermeld. De gegevens in deze tabellen kunnen nuttig zijn, zowel
tijdens het controleren van de bestaande kalibreringen als voor een
eventuele aanpassing ervan in de toekomst.
Voor installaties bestaande uit twee lijnen, wordt het aanbevolen om
één lijn per keer in werking te stellen, beginnend met de lijn met de
lagere kalibrering, de zogenaamde "reservelijn". Voor deze lijn moeten
de kalibreringswaarden uiteraard voldoen aan de waarden
aangegeven in de tabellen 6 en 7.
Alvorens over te gaan tot het in bedrijf stellen van de drukregelaar
dient te worden gecontroleerd of alle afsluitkranen (inlaat, uitlaat,
eventuele by-pass) zijn gesloten en dat de temperatuur van het gas
geen storingen kan veroorzaken.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
