OptiFresh (Bean) NG
Display
Mogelijke oorzaak
Buiten gebruik
Temperatuur sensor meet een
temperatuur boven 99°C.
E6 Temperatuur te hoog
Brewer motor is vastgelopen.
Brewer motor uitgang overbe-
E7 BM fout
last (te hoge stroom). Besturing
heeft uitgang uitgeschakeld.
Mixer 2 motor vastgelopen.
Mixer 2 motor uitgang(en)
E8 Mixer 2 fout
overbelast (te hoge stroom).
Besturing heeft uitgang uitge-
schakeld.
Mixer 3 motor vastgelopen.
Mixer 3 motor uitgang(en)
E9 Mixer 3 fout
overbelast (te hoge stroom).
Besturing heeft uitgang uitge-
schakeld.
Ventiel uitgang(en) of ventilator
overbelast (te hoge stroom).
E10 Ventiel fout
Besturing heeft uitgang uitge-
schakeld.
Ingrediënt motor(en) vastge-
lopen
Ingrediënt motor uitgang(en)
E11 Ingr. m. fout
overbelast (te hoge stroom).
Besturing heeft uitgangen uitge-
schakeld.
Handeling
Controleer temperatuursensor
werking in het servicemenu 2.7
Hardware test
Controleer of de kookbeveiliging in
de overloopleiding is uitgeschakeld.
Reset indien nodig.
Controleer of zetkamer goed in
houder is gemonteerd. Verwijder de
brewer en verhelp 'vastloper'
Schakel apparaat uit en weer aan.
Controleer of wisser goed tussen de
aandrijfarmen is geplaatst. Verwijder
de brewer en verhelp 'vastloper'.
Schakel apparaat uit en weer aan.
Permanentfi lter is dichtgeslipt door
koffi e oliën. Zuiger moet te hard
vacuümzuigen.
Reinig- of vervang het fi lter.
Schakel apparaat uit en weer aan.
Controleer of mixer 2 vervuild- of
foutief gemonteerd is. Reinig en/of
controleer of de rotor vrij kan draaien.
Schakel apparaat uit en weer aan.
Controleer of mixer 3 vervuild- of
foutief gemonteerd is. Reinig en/of
controleer of de rotor vrij kan draaien.
Schakel apparaat uit en weer aan.
Controleer ventielen en ventilator en
bedrading op sluiting. Schakel ap-
paraat uit en weer aan.
Controleer de aandrijfmotoren op
werking in het servicemenu 2.7
Hardware test. Canister(s) legen
en grondig reinigen. Zie hoofdstuk
8.9 Canisters reinigen. Schakel ap-
paraat uit en weer aan.
88
2013/01 Rev. 0.2
OptiFresh (Bean) NG
Display
Mogelijke oorzaak
Buiten gebruik
Brewer en Mixer uitgang groep
overbelast (te hoge stroom).
Besturing heeft uitgangen uitge-
schakeld.
E13 Mixer fout
Ingrediënt motor- en ventilator
uitgang groep overbelast (te
hoge stroom). Besturing heeft
uitgangen uitgeschakeld.
E14 Uitgang fout
Ventiel uitgang groep overbe-
last (te hoge stroom). Besturing
heeft uitgangen uitgeschakeld.
Electrode fout; Max. en Min.
Electrode detecteren plotse-
E16 Niveau fout
ling geen water niveau meer.
Inlaatventiel sluit.
Er is geen communicatie tussen
E17 MDB fout
automaat en MDB betaalsy-
steem
Brewer- of mixer motor uitgang
E18 Mixer FET fout
blijft ingeschakeld.
Ingrediënt motor / ventiel / ven-
E19 Output FET fout
tilator uitgang blijft ingeschakeld
E20 Software fout
Software fout
Verwarmingselement verwarmt
maximaal 8 minuten. Als boiler
dan nog steeds niet op tempe-
E21 Boiler timeout
ratuur gekomen is volgt deze
error. Kookbeveiliging en/of
kookbeveiliging geactiveerd.
Temperatuur sensor meet een
E26 Temperatuur te laag
boiler temperatuur onder 0°C.
Kortsluiting in temperatuur
E27 Sluiting NTC
sensor.
Temperatuur sensor wordt niet
E28 Geen NTC
gedetecteerd.
2013/01 Rev. 0.2
Handeling
Voer de controle handelingen uit zo-
als genoemd bij E7, E8 en E9. Scha-
kel het apparaat uit en weer aan.
Voer de controle handelingen uit zo-
als genoemd bij E11 en E12. Schakel
het apparaat uit en weer aan.
Voer de controle handelingen uit
zoals genoemd bij E10. Schakel het
apparaat uit en weer aan.
Controleer de boiler op lekkage. Con-
troleer de waterdruk, draai watertoe-
voer-kraan geheel open, controleer
aansluitslang op knikken. Schakel
apparaat uit en weer aan.
Controleer de verbinding tussen de
automaat en MDB betaalsysteem.
Brewer- of mixer motor uitgang (FET)
defect. Besturing vervangen.
Ingrediënt motor / ventiel / ventiltor
uitgang (FET) defect. Besturing
vervangen.
Automaat resetten. Defaults laden.
Nieuwe software installeren.
Reset kookbeveiliging, zie hoofdstuk
1.8
Controleer het logmenu. Indien E6
boiler temp. heeft de boiler doorge-
kookt. Controleer de NTC voeler en
bedrading/verbinding.
Boiler en / of NTC sensor is bevro-
ren.
Laat de machine opwarmen tot
kamertemperatuur.
Controleer de NTC voeler en bedra-
ding/verbinding.
Controleer de NTC voeler en bedra-
ding/verbinding.
89
NL