a
ls het alarm afgaat
Als een alarm afgaat terwijl uw kind wordt bewaakt, controleert u eerst uw kind. Vervolgens gaat u te werk volgens de
aanwijzingen hieronder. Controleer altijd de huidskleur van uw kind. Is deze normaal? Controleer altijd of uw kind ademt.
Als uw kind niet ademt, past u reanimatie toe volgens de aanwijzingen die u hebt gekregen.
l
a
a m p j e
l a r m e n
Onderbroken
Rood voor apneu
(1 pieptoon/
en/of lage hartslag
sec.)
Onderbroken
Rood voor apneu
(1 pieptoon/
en/of lage hartslag
sec.)
of lage SpO
2
Rood voor hoge
Onderbroken
hartslag
(2 pieptonen/
sec.)
3
: p
atIëntalarmen
c
h
o n t r o l e e r
to e s t a n d
va n h e t kI n d
De huidskleur is bleek of
Voer de instructies van uw arts of uw CPR-cursus uit.
blauw. Het kind ademt niet
U kunt bijvoorbeeld als volgt handelen:
• Klop het kind zachtjes op de rug. De ademhaling van het kind kan vanzelf weer
of snakt naar adem.
• Als het kind niet begint te ademen, begint u onmiddellijk met fysieke stimulatie.
• Als het kind begint te ademen, noteert u dit in uw log.
• Druk op de RESET-knop om de alarmlampjes uit te schakelen.
• Wacht een paar seconden. Controleer of de ademhaling en de huidskleur van het kind
Het kind reageert en ademt.
De huidskleur is goed.
• Als het alarm blijft afgaan, raadpleegt u de sectie "Valse alarmen beperken".
• Controleer op de monitor welk lampje brandt. Noteer dit in uw log.
• Controleer de sensors.
• Als het alarm voor hoge hartslag vaak afgaat terwijl het kind niet huilt,
Het kind huilt.
• Kalmeer het kind.
• Controleer op de monitor welk lampje brandt. Noteer het lampje in uw log.
a n d e l I n g
op gang komen en de oorzaak van het alarm is verholpen.
normaal blijven.
waarschuwt u de arts.
SmartMonitor 2 PS Handleiding voor de ouders