Compressorparameters aanpassen
Pas de drempel- en pregainniveaus van de lage, gemiddelde en hoge frequentiebereiken aan. De drempel stelt het invoervolume in
waarop de compressor begint te werken. De pregain stelt de versterking van het ingangssignaal in voordat het de compressor
binnenkomt.
Tips:
Wanneer u de DSP-effectparameters aanpast, drukt u tegelijkertijd op de knoppen [<] en [>] om de parameters die worden
bewerkt te resetten.
DSP-effecten
131