DSP-effecten
Zoals te zien is, stelt u nu het insert-effect voor de R1-partij in. Op dit moment is de status van de vier insert-effecten in het
systeem als volgt:
IFX1 is toegevoegd aan de R1 en is ingeschakeld. Het effecttype dat je hebt geselecteerd voor de IFX1 is "Reverb - Real Piano", en
de parameters zijn aangepast (er staat een potlood naast de effectnaam).
De IFX2 en IFX4 zijn ook ingeschakeld, maar deze twee insert-effecten zijn toegevoegd aan andere partijen. U kunt op de andere
onderdeelnamen (R2, R3 of L) klikken om hun status te zien.
IFX3 bevindt zich in de releasestatus en is niet ingeschakeld. Op dit punt kunt u op de schakelaar klikken om deze in te schakelen en IFX3 aan de R1 toe te voegen.
Nu zijn er twee effecten (IFX1 en IFX3) toegevoegd aan het R1-gedeelte.
Er zijn veel flexibele manieren om vrijelijk effecten aan de keyboardpartijen toe te wijzen. U kunt eerst het type IFX1~IFX4 instellen en vervolgens elk
onderdeel selecteren om ze toe te voegen. U kunt ook toetsenbordpartijen selecteren en er een of meer insert-effecten aan toevoegen. Let op de
status van de add-schakelaar voor het insert-effect. Gebruik de [PART ON/OFF]-schakelaar en de [INSERT EFFECT]-knop op het paneel.
Tips:
Wanneer er meerdere effecten aan één part worden toegevoegd, reageert het systeem op het effect in een vaste volgorde van
IFX1->IFX2->IFX3->IFX4.
De insert-effectinstellingen en selectie-interface kunnen in realtime veranderen terwijl de stijl of song wordt
afgespeeld. Vanwege de beperking van de systeembronnen zijn de door u ingestelde insert-effecten soms tijdelijk
bezet. U kunt er zeker van zijn dat dit een normaal verschijnsel is. Als de stijl of song stopt, wordt deze weer normaal.
Wereldwijde EQ
Global EQ wordt toegepast op het hele instrument. Gebruik de EQ om de toonkwaliteit van het totale geluid aan te passen. Druk op
"Global EQ" om het instellingenmenu voor de equalizer te openen.
126