Aandachtspunten
afvoer
Condensafvoer
22
Het is verplicht om in elke HCC 260/360-installatie een waterafvoerslang op de unit aan te slu-
iten, omdat het vocht in de extractielucht condenseert tot waterdruppels wanneer die lucht
in de warmtewisselaar wordt gekoeld.
Dit water is schadelijk voor de omgeving als het niet correct wordt behandeld. Daarom vere-
ist de installatie een slang voor condensafvoer die met een neerwaartse helling van minimaal
10 promille (1 cm/meter) vanaf de eenheid is aangesloten, en de slang mag NOOIT boven het
niveau van de onderste metaalplaat komen.
Correcte installatie
Onjuiste installatie
Nadat de slang omlaag naar een afvoer is geleid, moet er een waterslot worden aangebracht.
Dat voorkomt dat er lucht ontsnapt via de slang. Breng op de slang een volledig gesloten cir-
cuit of een sifon aan volgens de afbeelding en zorg ervoor dat die een minimale hoogte van
100 mm heeft. Vul het circuit/de sifon met min. 0,5 l water voordat u de slang op de eenheid
aansluit.
De afvoerslang loopt correct en gestaag af
richting riool.
De afvoerslang mag nooit hoger lopen dan
de bodemplaat!
Fig. 20
of
Fig. 21
Installatie : Montage