3
Geavanceerde afdruktaken
Een afdruktaak onderbreken en hervatten
Met behulp van de onderbreek- en hervatfunctie is het mogelijk het afdrukken van een taak tijdelijk te
onderbreken om tussendoor een andere taak af te drukken via een FIR-verbinding. Meteen nadat deze nieuwe
FIR-taak is afgedrukt, wordt het afdrukken van de onderbroken taak hervat.
Om een afdruktaak te onderbreken dient verbinding met de FIR-poor t te worden gemaakt en moet een taak
naar de printer worden gezonden. De printer stopt dan met het afdrukken van de huidige taak zodra het
einde van het op dat moment afgedrukte exemplaar is bereikt. Daarna wordt de taak afgedrukt die via de
FIR-verbinding is ontvangen. Als deze taak is afgedrukt, gaat de printer verder met het afdrukken van de
onderbroken taak.
Een afdruktaak onderbreken en hervatten
73