2
Afdruktaken
Etiketten afdrukken
Plaats de etiketten aan de hand van de richtlijnen in
Stapels etiketten van meer dan 50 vellen moeten worden afgedrukt vanuit optionele lade 1.
Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zorg dat de etiketten
aan de juiste specificaties voldoen. (Raadpleeg voor meer informatie de gids introductie op de product-cd
of ga naar
www.hp.com/cposuppor
LET OP
Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen.
Speciale voorzorgsmaatregelen:
Vul optionele lade 1 nooit helemaal. Etiketten zijn namelijk zwaarder dan papier.
Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het grondpapier of al gedeeltelijk los zitten, en ook geen
gekreukte of beschadigde etiketten.
Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht. (De etiketten moeten
het grondpapier geheel bedekken, zonder enige tussenruimte.)
Voer een vel etiketten niet vaker dan één keer door de printer. De klevende achterzijde is zo ontworpen
dat deze slechts één maal door de printer gevoerd kan worden.
Etiketten niet aan beide zijden bedrukken.
Transparanten afdrukken
Transparanten die in de printer worden gebruikt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200° C,
de maximumtemperatuur van de printer.
Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters.
Gebruik de standaarduitvoerlade voor transparanten.
LET OP
Transparanten niet aan beide zijden bedrukken. Druk geen enveloppen, aangepast papier of papier
zwaarder dan 199 g/m
Afdrukken op aangepast papier
"Afdrukmateriaal plaatsen" op pagina
t/.)
2
af. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen.
48
31.