Afstellen koplamp
De koplamp moet periodiek op de juiste uitlijning worden
gecontroleerd. Hij moet worden uitgelijnd telkens wanneer de
doorzakking van de vering wordt aangepast, omdat dit op de
uitlijning van de koplamp van invloed zal zijn. Voordat de
koplamp kan worden uitgelijnd, moeten de doorzakking van de
vering en de bandendruk correct worden afgesteld. De
koplamp kan verticaal worden afgesteld. Als de verticale
afstelling uit staat, wordt de straal te dicht bij of te ver voor de
motorfiets gericht. Controleer de uitlijning van de straal met de
koplamp in dimlichtpositie, de motorfiets loodrecht op de grond
en met de bestuurder zittend op de motorfiets. De motorfiets
wordt verzonden met de koplamp op 0,5-2,5% naar beneden.
De vier bevestigingsbouten van de koplamp (A) bevinden zich
aan de zijkant van de bevestigingsbeugels. Om de koplamp af
te stellen, moet u alle vier bouten losmaken, het geheel
kantelen totdat u de juiste uitlijning van de lichtstraal hebt
gevonden. Vervolgens draait u alle bouten weer vast.
Algemeen onderhoud
Vervanging lamp koplamp
WAARSCHUWING! Halogeenlampen bevatten gas onder
druk. Verkeerde manipulatie van een lamp kan ertoe leiden dat
hij in vliegende gasfragmenten uiteen spat, wat tot ernstig letsel
zou kunnen leiden. Om ernstig letsel te vermijden:
• Zet de sleutelschakelaar in OFF en laat de lamp afkoelen
voordat u hem vervangt.
• Laat de sleutelschakelaar in OFF totdat de lamp is
vervangen.
• Draag altijd oogbescherming wanneer u een halogeenlamp
vervangt.
• Raak het glas niet aan.
6.23