Monteer alle onderdelen zoals in paragraaf 2.
4a. de elemeNteN veRBINdeN
Druk zegel (7396) in de dorpelbalk
(7304/7306) en snij af om de uiteinden te
monteren (4a.1) (4a.2).
Om de vooraf voorbereide wanden te verbin-
den, plaatst u de bouten (7399) en moeren
(7053) losjes in de dorpelbalken (7304) zoals
afgebeeld op (4a.3) In de onderste hoekbalken
(7310) de boutkoppen van (7052) in de bout-
kanalen van (7310) aanbrengen. (4a.4).
Monteer diagonale balken (7312) aan beide
kanten (4a.5). Losjes op de dorpel bevestigen
met behulp van bout (7050). (7050) zal tijdens
de beglazing worden verwijderd (paragraaf
7b).
Bevestig met behulp van bouten (7399) en
moeren (7053) de eindbalken (7319) en
(7320) aan de hoekbalken (7310) waarbij u er-
voor dient te zorgen dat ze tegen de hoekbalk
van de dakrand worden gedrukt (4a.6) (4a.7).
Plaats de bouten (7399) en moeren (7053)
losjes in de dorpelbalken (7304/7306) zoals
afgebeeld op (4a.3). In de onderste hoekbal-
ken (7437/7438) , de boutkoppen van (7052)
in de boutkanalen van (7437/7438) aanbren-
gen. (4a.4).
Monteer de voorste balk (7444/7446) in de
uitsparing in de hoekbalken (7337/7438) met
behulp van bouten (7399) en moeren (7053)
(4a.8) (4a.9).
Monteer de nokbalk (7434/7436) aan de
uiteinden van de hoekbalken (7437/7438)
(4a.10) (4a.11).
Monteer de diagonale balken (7312) in de
voorkant. Losjes op de dorpel bevestigen met
behulp van bout (7050). (7050) zal tijdens de
beglazing worden verwijderd (paragraaf 7b).
Plaats het gemonteerde frame op de voorbe-
reide fundering.
Controleer of de kas waterpas staat en boor
ø6 gaten door de voorbereide gaten in (7304)
en (7306).
Plaats muurpluggen (7421) in de gaten en ver-
bindt die losjes met de fundering met behulp
van schroeven (7411) (4a.12).
4b. dak
Monteer de middelste balken (7311) losjes
tussen dorpel (7304/7306) en horizontale balk
(7444/7446) (4b.1) (4b.2).
Monteer de middelste balken (7439) losjes
tussen nok (7434/7436) en horizontale balk
(7444/7446) (4b.2).
Monteer de dakhoekbalken (7432) (7433) op
070.01.1608
de hoek van de dakrand (4b.3) (4b.4). Zorg
ervoor dat de dakhoekbalken correct zitten op
de montagerand op de hoek van de dakrand
(4b.9) en dat de kleine gaten aan de buiten-
kant van (7432/7433) zich bij het uiteinde van
de dakrand bevinden (4b.3).
Verbind de dakhoekbalken (7432) (7433)
met de nok (7434/7436) en met de voorste
hoekbalken (7437/7438) met behulp van plaat
(7348) (4b.6).
Monteer de middelste balken van de zijkant
(7346) en (7347) tussen de horizontale
balken (7319/7320) en de dakhoekbalken
(7432/7433) met behulp van plaat (7348)
(4b.5).
Voer de bouten (7052) in de boutkanalen in de
middelste balken van het dak (7426) op de da-
krand en zak af naar de hoek van de dakrand
(7314/7316) met behulp van afdichtring (7395)
en moer (7053) (4b.7) (4b.8). Zorg ervoor
dat (7426) correct op de montagehoek van
de hoek van de dakrand zit (4b.9) en dat het
kleine gat aan de buitenkant van (7426) zich
aan het uiteinde van de dakrand bevindt.
Voer (7052) in het boutkanaal (7426) in aan de
nok en verbind deze met de nok (7434/7436)
(4b.10).
Stel het frame af totdat dit volledig rechthoekig
en draai alle schroeven (7411) en (7412) en
moeren (7053) aan. Niet te vast aandraaien.
Monteer de hoekbeugels (7331) tussen
elke middelste balk van de zijkant (7311) en
middelste balk van het dak (7426) door de af-
gekante boutkoppen (7399) in de boutkanalen
te voeren (4b.11) (4b.12).
5a. zIJRaam
Verbind de onderste balk van het raam (7451)
met de zijbalken (7453) en (7454) (5a.2)
(5a.3).
Schuif paneel D in de glassleuven (5a.5) in de
gemonteerde delen (5a.4) (5a.5).
Bereid (7052) en (7053) losjes voor in de
bovenste balk van het raam (7450) en schuif
ze zover totdat (7453) en (7454) bij de schro-
efkoppen van (7052) passen en het glas in de
glassleuven (5a.6) (5a.7).
Opmerking - Als u voor glas van 4 mm geko-
zen hebt, snij dan de afdichting van het glas
(7420) op maat zodat deze in de glassleuven
aan de binnenkant van het raam past om het
glas op zijn plek te krijgen (5a.8) (5a.9).
Controleer of het zijraam haaks zit voordat u
de bouten vastdraait.
Niet te vast aandraaien.
Plaats de borstelafdichting (7457) in de gelei-
ders van de boven- en zijbalken (7454) (7450)
(7453) (5a.10), gebruik daarvoor 1 doorlopen-
de lengte snij deze op maat.
Opmerking - Als de borstelafdichting (7457)
visueel stoort als het raam gesloten is (zie
paragraaf 8a) kan deze korter worden geknipt
(5a.10).
Verbind de raamopener (7090) met (7451) met
behulp van sluitring (7413) en twee schroeven
(7349) (5a.11) (5a.12).
Plaats de plastic moerdopjes (6070) door ze
op alle moeren (7053) (5a.13) te drukken.
5b. BoveNSte Raam
Monteer alle onderdelen zoals in paragraaf 5a.
6a. SchuIFdeuReN
Installeer borstelrubber (7332) in de geleiders
in de deurprofielen (7352) (7353) (7355)
(7356) (7357) (6a.2) en snij het op lengte.
Monteer de wielen (7364), door middel van
afstandsbussen (7392) aan weerszijde van het
wiel, boutje (7393), clip (7350) en borgmoer
(7360), losjes op de onderprofielen van de
deur (7355) (6a.3).
Verbind (7355) met de zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) (6a.3) (6a.7a).
Monteer de middenprofielen van de deur
(7354) of (7384) met borgonderdelen (7400),
(7401) en (7402) door middel van boutjes
(7404). Verbind met zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) d.m.v. boutjes (7052), moert-
jes (7053) en boutjes (7405) (6a.4) (6a.5)
(6a.8). Belast de boutjes (7404) en (7405)
niet met teveel kracht.
Verbind de bovenprofielen van de deur (7352)
of (7353) met de zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) (6a.6) (6a.7b).
Schuif ruit G in de beglazingskanalen in de
gemonteerde onderdelen (6a.9).
Prepareer (7052) en (7053) losjes in de zijpro-
fielen van de deur (7356) en schuif ze op
(7355), (7354) of (7384) en (7352) of (7353),
terwijl de boutkoppen van (7052) in de boutka-
nalen en de beglazing in de beglazingska-
nalen (6a.9) (6a.10) worden gemonteerd. In-
stalleer de deurgeleiders (2271) in de
bovenkant van beide deuren (6a.6).
N.B. - Als u glasbeglazing van 4 mm hebt ge-
kozen, snij dan het beglazingsprofiel (7420) op
lengte en duw het in de ruimte in de begla-
zingskanalen aan de binnenkant van de deur
om het glas op zijn plaats vast te zetten
(6a.11).
6b. deuRFRame eN oNdeRdoRPel
Monteer de deursteun (7362) op het kalfje in
de deuropening d.m.v. boutjes (7390) (6b.1)
(6b.2).
15