INSTALLATIE
9.12.3
Status systeemcomponenten
De status van elk systeemcomponent wordt permanent
gecontroleerd. Het resultaat wordt elke minuut automatisch
getoond.
• Druk op de toets om de status van
Het resultaat kan als volgt zijn:
- OK,
- FOUT.
- _ _ (component niet aangesloten)
Als de regelkast « OK » aangeeft voor alle
systeemcomponenten, hoeft er niets aangepast worden.
• Als de regelkast «FOUT», aangeeft, druk dan op de toets
.
• Als de regelkast "_ _" aangeeft, controleert u of de
warmteopwekker gevoed wordt en aangesloten is op de
regelkast.
• Volg de instructies op het scherm van de regelkast
en raadpleeg hoofdstuk "Problemen oplossen" om de
betreffende foutcode te raadplegen.
9.13 Controleren en herstarten
• Controleer de werking van het systeem nadat het is
geïnstalleerd.
• Stel het systeem in werking om te controleren dat de
instellingen werken en controleer of het systeem veilig werkt.
• Reset het foutenrapport van alle systeemcomponenten..
• Raadpleeg daarvoor het hoofdstuk "Ingebruikname >
statusrapport".
• Controleer het hele systeem op eventuele lekkages en
verhelp deze indien nodig.
• Controleer alle regel- en veiligheidsapparaten, de instellingen
en de werkingstatussen ervan.
• Start de procedure voor de automatische test om de
aansluitingen van het systeem te testen (raadpleeg het
hoofdstuk "ingebruikname regelkast > automatische test"
10 Informatie voor de gebruiker
Na het voltooien van de installatie moet de installateur :
- de werking van het apparaat en de veiligheidsvoorzieningen
uitleggen aan de gebruiker, en indien nodig een demonstratie
geven en vragen beantwoorden
- de gebruiker alle nodige documentatie overhandigen
- de documenten waar nodig invullen
- 22 -
de installatie onmiddellijk weer te
geven
.
- de gebruiker inlichten over de voorzorgsmaatregelen die
noodzakelijk zijn om beschadiging van het systeem, het
apparaat en het gebouw te voorkomen.
- de gebruiker eraan herinneren het apparaat jaarlijks een
onderhoudsbeurt te laten geven.
0020098179_01 - 12/10 - AWB