5.4
Regelkast
• Voorzie de mogelijkheid in de elektrische installatie van
de woning om de stroomtoevoer naar het apparaat te
onderbreken met een elektrische schakelaar of een
smeltzekering met een minimumafstand van 3 mm als de
contactpunten open staan. Of gebruik een stekker met
wandcontaktdoos.
5.4.1
Bekabeling op de regelkast
4
3
2
1
B
D
Legende
1
Kabel
2
Stekker met trekontlasting
3
Voedingsconnector
4
Regelkast
5
Opening voor kabeldoorvoer
• Plaatst een stekker met trekontlasting (2) onder elke aan te
sluiten connector (3).
• Open de opening (5) in de regelkast voorzichtig met behulp
van een tang (B).
• Voer de aansluiting van het apparaat uit volgens de
handelingen (C) tot (E).
• Plaats de kabel (1) in de stekker met trekontlasting (2).
• Klem de kabel (1) in de stekker met trekontlasting (2).
0020098179_01 - 12/10 - AWB
A
C
E
5.4.2
Identificatie van de klemmenstroken
5
230V~
N
Legende
1
Voedingsconnector 230 V
(3 klemmen: aarde/nulleider/fase)
2
Connectoren (3 klemmen: aarde/nulleider/fase):
REL1, REL2, REL3
3
Connectoren (2 klemmen: fase/nulleider):
REL4, REL5, IN1
OUT1
OUT2
OUT3
1
2
1
2
1
Legende
1
Connectoren (met 2 klemmen):
OUT1, OUT2, OUT3, IN2, IN3, NTC1, NTC2, NTC3, NTC4
2
Ebus-connectoren (met 2 klemmen)
INSTALLATIE
Klemmenstroken 230 V
REL1
REL2
REL3
REL4
L
N
L
N
L
N
L
N
1
2
Klemmenstroken 24 V
IN2
IN3
NTC1
NTC2
NTC3
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
REL5
IN1
L
N
L
N
L
3
NTC4
EBUS
EBUS
EBUS
1
2
+
-
+
-
+
-
2
- 11 -