INSTALLATIE
5
Elektrische aansluitingen
Onjuiste installatie kan leiden tot een elektrische
e
schok of beschadiging van het apparaat. De
elektrische aansluiting van het apparaat mag
uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend
installateur.
De fabrikant weigert elke verantwoordelijkheid voor letsels aan
personen of andere schade als gevolg van onjuiste aarding van
het toestel, inclusief het niet naleven van huidige normen.
Elektronica
1
20 mm max.
Legende
1
Elektrische draden
2
Mantel
Wanneer u elektriciteitskabels aansluit op een connector van de
elektronica :
• Bewaar een afstand van maximaal 20 mm tussen de
connector (1) en de blootliggende mantel (2).
5.1
Hydraulische mengmodule
1
Legenda
1
Kabel van de pomp
2
Kabel van de temperatuursensor
3
Kabel van de mengventiel
Onderdeel
Voedingsspanning (sectie van de kabel)
Pomp
Mengkraan
Temperatuursensor
- 10 -
2
3
230 V (3 x 0.75 mm²)
230 V (3 x 0.75 mm²)
3.3 V (2 x 0.34 mm²)
• Sluit de kabel (1) aan op de klemmenstrook REL2 van de
regelkast van de installatie.
• Sluit de kabel (2) aan op de klemmenstrook NTC3 van de
regelkast van de installatie.
• Sluit de kabel (3) aan op de klemmenstrook REL3 van de
regelkast van de installatie.
5.2
Tweewegventiel
2
Legenda
1
Tweewegventiel
Onderdeel
Ventiel
• Sluit de kabel (1) op het huis REL5 van de regelkast.
5.3
Ketel
• Zie de installatiehandleiding die geleverd wordt met de ketel
om de ketel elektrisch aan te sluiten.
Voedingsspanning (sectie van de kabel)
230 V (2 x 0.34 mm²)
0020098179_01 - 12/10 - AWB
1