De automatische test begint.
Het resultaat wordt na enkele seconden
weergegeven samen met de status van
elk onderdeel.
- Als de aansluiting correct is, wordt
- Als de aansluiting niet correct is,
9.7
Instellingen
In dit menu kunt u de verschillende functies instellen voor alle
aangesloten apparaten en kunt u alle systeeminstellingen
opnieuw ingeven.
• Selecteer op het scherm
• Bevestig met toets
9.7.1
Verwarming
Controleer of de maximale
b
temperatuursinstelling van de aanvoerleiding
aangepast is aan de installatie.
• Selecteer op het scherm
• Bevestig met de toets
0020098179_01 - 12/10 - AWB
de boodschap "OK" getoond van het
betreffende onderdeel.
wordt de boodschap "Fout" getoond.
Controleer in dat geval de
aansluitingen.
Instellingen met de toetsen
.
.
Verwarming met de toetsen
.
Controleer of de stooklijn geschikt is voor de
b
installatie. Zie volgende pagina.
.
INSTALLATIE
In dit menu kunt u de maximale
aanvoertemperatuur verwarming van de
installatie instellen.
(instelbaar tussen 30°C en 80°C -
fabrieksinstelling: 73°C).
• Druk op de toets
.
Bij een installatie met ModuZone Z11,
voert u waarden in van de lage- en
hogetemperatuurzones.
• Druk op de toets
.
• Verhoog of verlaag met de toetsen
om de gewenste
waarde weer te geven.
• Bevestig met de toets
• Druk op de toets
.
In dit menu kunt u de stooklijn
kiezen (instelbaar tussen 0.2 en
4 - fabrieksinstelling: 1.2) om zo
de gewenste aanvoertemperatuur
te krijgen bij de gemeten
buitentemperatuur.
• Selecteer op het scherm Stooklijn
met de toetsen
.
• Druk op de toets
.
Bij een installatie met ModuZone Z11
voert u de waarden in van de zones op
lage temperatuur.(fabrieksinstelling: 0.6)
en hoge temperatuur (fabrieksinstelling:
1.2).
• Druk op de toets
.
• Verhoog of verlaag met de toetsen
om de gewenste
waarde(n) weer te geven.
• Bevestig met de toets
.
.
- 17 -