Toegangscodes
De telefoon en de SIM-kaart zijn met diverse
toegangscodes beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.
Wanneer op de telefoon om een van de onderstaande
codes wordt gevraagd, toetst u de juiste code in (op het
display verschijnen sterretjes) en drukt u op de
functietoets OK. Als u daarbij een fout maakt, drukt u
een of meer keren op de toets C totdat het onjuiste
teken is gewist en gaat u verder met het intoetsen van
de code.
U kunt alle toegangscodes, met uitzondering van PUK en
PUK2, wijzigen in het menu Beveiliging (menu 9.7).
Zie pagina 196 voor meer informatie.
Belangrijk: gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112. U kunt
anders onbedoeld een alarmnummer bellen.
Telefoonwachtwoord
Bij de blokkeerfunctie wordt een wachtwoord gebruikt
om de telefoon te beveiligen tegen ongeoorloofd
gebruik. Het telefoonwachtwoord is in de fabriek
ingesteld op "00000000".
Gewenste actie
De functie
Telefoonblokkering in- of
uitschakelen
Het telefoonwachtwoord
wijzigen
Zie
pagina 197 (menu 9.7.3).
pagina 197 (menu 9.7.4).
205