Kast bevestigen ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
- Bij ingelaten bedradingen bevestigt u de
telefooninstallatie zodanig dat de draden
door de openingen uit de onderkant van
de kast steken.
- Markeer de openingen aan de
bevestigingspunten (punten M op afb. 1)
- Let erop dat er zich bij het markeren van
de boorgaten op deze plaatsen geen ver-
borgen leidingen (gas-, water-, stroom-
leidingen e.d.) bevinden!
Veiligheidsvoorschriften ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
Neem de veiligheidsvoorschriften
telkens voor het aansluiten of het
afsluiten van een aansluiting in
!
acht:
1. Trek de 230 V-stekker van de
telefooninstallatie uit het stop-
contact.
2. Trek de westernstekker van de
externe ISDN-basisaansluiting
uit de telefooninstallatie, uit de
netafsluiting (NTBA) of de S0-
bus.
Bedrijfsaarding (BA) aansluiten ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
De bedrijfsaarding moet u aansluiten. Dit
mag niet de aarddraad zijn. Aansluiting aan
- Boor de drie boorgaten.
Steenboor: 6 mm, diepte boorgat: 40 mm
of
houtboor: 3,5 mm
diepte boorgat: 35 mm
- Sla de pluggen recht in de muur.
- Schroef de telefooninstallatie vast.
3. Veiligheidsmaatregel! Om
mogelijke elektrostatische
ladingen af te leiden, raakt u
met een vinger kort het metalen
scherm van de PC/printer aan
de rechterzijde van de
telefooninstallatie aan vooraleer
u met de installatie-
werkzaamheden begint.
Hierdoor beveiligt u de compo-
nenten van de telefoon-
installatie die elektrostatisch ge-
vaar lopen.
het equipotentiaal. Bedrijfsaarde: 1,5 mm
draad.
2
1 - 5