Monteren van een MD
Alvorens u begint
met bewerken
U kunt de opgenomen muziekstukken op een
minidisc met de bewerkingsfuncties
aanpassen. Zo kunt u de volgorde van de
muziekstukken omzetten en ze samen
"monteren" totdat de minidisc precies naar
wens is samengesteld.
Bewerkingsfuncties
• Name – Disctitel en muziektitels
kiezen
Gebruik deze functie om uw minidiscs en
de muziek daarop elk van een eigen titel te
voorzien. In uw titels kunt u hoofdletters,
kleine letters, cijfers en symbolen
gebruiken.
• Erase – Wissen van opnamen
Met de Erase functies kunt u een enkel
muziekstuk of een deel van een
musiekstuk verwijderen of alle nummers in
één keer van de minidisc wissen.
• Move – Volgorde van de
muziekstukken wijzigen
Gebruik de Move functie om de
muziekstukken in de gewenste volgorde te
zetten.
• Divide – Begin van een nieuw
muziekstuk markeren
Gebruik de Divide functie om op de
gewenste punten nieuwe
muziekstuknummers aan te brengen. Dan
zijn uw favoriete muziekpassages daarmee
direct op te zoeken.
• Combine – Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken
Met deze functie kunt u de pauze tussen
twee muziekstukken verwijderen en ze zo
tot een enkel nummer samenvoegen. Ook
niet-opeenvolgende muziekstukken, zoals
bijvoorbeeld nummer 1 en nummer 4, kunt
u aldus samenvoegen.
• Undo – Ongedaan maken van de
laatste wijziging
Met deze functie kunt u de laatste
bewerking annuleren en de minidisc
terugbrengen in de vorige toestand.
Voor het bewerken
Om de opnamen op de minidisc aan te passen,
moet er aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
• De minidisc moet voor opnemen geschikt zijn.
• De minidisc-recorder moet zijn ingesteld op gewone
continu-weergave.
Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit op de
onderstaande wijze.
1
Controleer het wispreventienokje van de
minidisc die u wilt bewerken.
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen in het uitleesvenster
beurtelings de aanduidingen "C11" en "Protected"
en dan is opnemen en bewerken niet mogelijk.
Om de minidisc weer voor bewerken geschikt te
maken, schuift u het wispreventienokje dicht.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets tot de aanduidingen "SHUFFLE"
en "PROGRAM" verdwijnen.
Het bewerken van de minidisc is alleen
mogelijk in de gewone continu-weergave
stand. De minidisc kan niet worden bewerkt
wanneer is ingesteld op willekeurige
weergave of programma-weergave.
Na afloop van het
bewerken
/ Druk op de MD § uitschuiftoets om
de minidisc te verwijderen of druk op
de
toets om de stereo-installatie
uit te schakelen.
De aanduiding "TOC" licht op of gaat
knipperen. De bewerkingen op de minidisc
worden pas definitief van kracht wanneer de
opnamegegevens zijn vastgelegd in de
inhoudsopgave.
Opmerking
Het bewerken van een minidisc is pas compleet
wanneer de "TOC" aanduiding stopt met knipperen
en dooft, nadat de opnamegegevens zijn vastgelegd
in de inhoudsopgave. Tot dat moment mag u niet
tegen de minidisc-recorder stoten of de stekker uit
het stopcontact trekken. Als u de stroom wilt
afsluiten, dient u eerst het volgende te doen:
– De minidisc verwijderen.
– Op de
drukken om de stereo-installatie uit te
schakelen.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL
NL
45