Opnemen op een minidisc
Alvorens u begint
met opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitaal
medium, waarop u muziek kunt opnemen en
afspelen met een geluidskwaliteit vergelijkbaar
met die van compact discs. Een van de handige
functies van minidiscs is de mogelijkheid
muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat
vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de
muziek op te zoeken en om de opgenomen
muziekstukken naar keuze in een andere volgorde
te zetten of anderszins aan te passen. Afhankelijk
van de geluidsbron worden er verschillende
methoden van opnemen gebruikt en worden de
muziekstuknummers ook anders vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
• De compact disc speler van deze
stereo-installatie
– Het digitale signaal van de CD-speler
wordt ongewijzigd op de minidisc
opgenomen (volledig digitale opname)*.
– De muziekstuknummers worden
automatisch overgenomen net als ze op de
oorspronkelijke compact disc staan.
• De tuner van deze stereo-installatie
en andere analoge geluidsapparatuur
– Het analoge ingangssignaal wordt omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen
(analoge opname)**.
– Kies SURROUND OFF tijdens het
opnemen.
– Aan het begin van de opname wordt er in
elk geval automatisch een
muziekstuknummer aangebracht, maar als
u de LEVEL-SYNC stilte-markering
inschakelt (zie blz. 42), worden er
automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
• Andere met een optische kabel
aangesloten componenten
– Het digitale signaal van de CD wordt als
zodanig opgenomen (digitale opname*).
– Muziekstuknummers worden onder
verschillende omstandigheden
aangebracht, afhankelijk van de
signaalbron.
* Zie blz. 88 voor een uitleg over de vaste
beperkingen bij het digitaal opnemen.
**Deze signaalomzetting vindt plaats omdat deze
NL
36
geluidsbronnen geen digitale signalen uitsturen.
Muziekstuknummers op minidisc
("TOC" inhoudsopgave)
Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor
de volgorde) en de informatie betreffende de begin- en
eindpunten van de muziek vastgelegd in een speciaal
hiervoor bestemd gebied, de TOC* genaamd, afzonderlijk
van het muziekgebied. Dit heeft het voordeel dat u
muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door alleen de
informatie in de TOC inhoudsopgave te veranderen.
* TOC: "Table of Contents" = Inhoudsopgave.
Na afloop van het opnemen
/ Druk op de MD § uitschuiftoets om
de minidisc te verwijderen of druk
op de
toets om het apparaat uit
te schakelen.
De aanduiding "TOC" licht op of gaat
knipperen. De muziek is pas definitief
op de minidisc opgenomen wanneer de
opnamegegevens zijn vastgelegd in de
inhoudsopgave.
Opmerking
Het opnemen op een minidisc is pas compleet
wanneer de "TOC" aanduiding stopt met knipperen
en dooft, nadat de opnamegegevens zijn vastgelegd
in de inhoudsopgave. Tot dat moment mag u niet
tegen de minidisc-recorder stoten of de stekker uit
het stopcontact trekken. Als u de stroom wilt
afsluiten, dient u eerst het volgende te doen:
– De minidisc verwijderen.
– Op de
toets drukken om het apparaat uit te
schakelen.
Beveiligen van een opgenomen minidisc
• Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen
per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje
in de hoek van de minidisc open.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken
voor opname, schuift u het wispreventienokje
weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif
het nokje open.
• Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en
wissen, verschijnen de aanduidingen "C11" en
"Protected" beurtelings in het uitleesvenster en
dan is opnemen niet mogelijk. Schuif het
wispreventienokje dicht, steek de minidisc
opnieuw in en probeer het opnemen nogmaals.
DHC-MDX10 3-866-529-54(1) NL